Binnenland

„Nederlander laat auto niet staan”

Automobilisten klagen steen en been over de hoge benzineprijzen, maar het laatste wat ze zullen doen is hun voertuig laten staan. Deskundigen verwachten dat de Nederlanders niet veel minder zullen gaan rijden.

Redactie economie
27 July 2005 10:47Gewijzigd op 14 November 2020 02:47

Doordat marktleider Shell dinsdag zijn adviesprijzen voor brandstof verhoogde tot 1,415 voor een liter euro ongelood, naderen de benzineprijzen weer het record van eerder deze maand. Toen kostte een euro ongelood 1,419 euro.

Automobilisten klagen over de torenhoge brandstofprijzen en belangenorganisaties roepen de regering ertoe op de benzineaccijns te verlagen. Toch zullen maar weinig Nederlanders de auto laten staan, meent drs. Koen Vervoort, vervoerseconoom bij het bureau Ecorys in Rotterdam, dat onder meer voor de overheid onderzoek deed naar de invloed van brandstofprijzen op de economie. „De hoge prijzen aan de pomp maken de mensen veel bewuster van de autokosten, maar uit studies komt naar voren dat het op langere termijn weinig effect heeft op hun gedrag. Men went er snel aan.”

„De groei van de automobiliteit wordt vooral bepaald door de groei van de economie”, aldus Vervoort. Hogere brandstofprijzen zullen het zakelijke verkeer niet veel terugdringen, denkt hij. Voor de gewone man, die de auto uit eigen zak moet betalen, speelt vooral de tijdwinst een rol die de auto biedt boven alternatieven zoals openbaar vervoer. Toch zijn blijvend hoge prijzen niet helemaal zonder invloed. Als mensen voor de beslissing staan een nieuwe auto te kopen, zullen ze bij hun keuze meer rekening houden met het brandstofverbruik, aldus Vervoort

Onderzoeker drs. Jan-Anne Annema van het Milieu- en Natuurplanbureau denkt ook dat de effecten klein zijn. Op korte termijn is de prijselasticiteit 0,15, hetgeen betekent dat voor elk procent dat de benzine omhooggaat, het verbruik van brandstof met 0,15 procent afneemt. Dat kan veroorzaakt worden door rustiger te rijden, met iemand anders mee te rijden of de korte ritjes niet per auto te doen.

Als de stijging van de brandstofprijzen doorzet, kan de prijselasticiteit na meer dan vijf jaar oplopen tot 0,3 procent door de aanschaf van zuinigere auto’s en zelfs tot 0,6 procent als dit langer duurt dan tien tot vijftien jaar. Mensen zullen dan niet alleen rekening houden met de prijzen van benzine als ze een nieuwe auto kopen, maar die ook laten meewegen in een beslissing of ze zullen verhuizen naar een plaats dicht bij hun werk of niet.

Annema maakt bij die verwachting wel een groot voorbehoud. Als de stijgende brandstofprijzen gepaard gaan met een flinke stijging van de koopkracht, zullen de Nederlanders de hoge autokosten voor lief nemen en niet minder gaan rijden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer