Levenslang voor moord Van Gogh
Mohammed B. moet levenslang de cel in voor de moord op filmmaker en columnist Theo van Gogh. Vanwege de vrees voor herhaling krijgt hij niet „het gebruikelijke perspectief dat hij op enig moment in de samenleving zal kunnen terugkeren.”
Dat is de conclusie die de rechtbank dinsdagmorgen trok in het zwaarbeveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam-Osdorp. De uitspraak is grotendeels gelijk aan de eis.
Alleen het verzoek van de officier van justitie om B. zijn actief en passief kiesrecht te ontnemen, wezen de rechters niet toe. „Gezien het feit dat B. het democratische stelsel hartgrondig verwerpt, is het niet waarschijnlijk dat hij op enig moment van zijn kiesrecht gebruik zal maken”, verklaarde rechtbankpresident mr. U. Bentinck.
De rechtbank achtte bewezen dat de 27-jarige Amsterdammer van Marokkaanse afkomst op 2 november vorig jaar in de Amsterdamse Linnaeusstraat Van Gogh „genadeloos heeft afgeslacht.” Daarnaast heeft hij pogingen tot moord ondernomen op acht politiemensen en twee omstanders en drie andere agenten bedreigd. Door de bedreigende brieven die hij met een mes aan het lichaam van Van Gogh spietste, belemmerde hij VVD-Tweede-Kamerlid Hirsi Ali maandenlang in haar werk.
B. handelde vanuit „een zeer extreme en uitzonderlijke interpretatie van de koran.”
Advocaat mr. J. P. Plasman verklaarde eerder dat B. niet met een terroristisch oogmerk, maar uit geloofsovertuiging heeft gehandeld. Volgens de rechter sluit dat een terroristisch oogmerk echter niet uit.
De rechtbank kende de firma Column bv een vergoeding van de crematiekosten toe. Ook de twee omstanders die door kogels werden getroffen en de agenten die B. arresteerden, krijgen een schadevergoeding.
Mohammed B., die door de rechters was verplicht om de uitspraak bij te wonen, reageerde niet op de uitspraak. Volgens Plasman is de kans dat B. hoger beroep aantekent tegen zijn veroordeling bijzonder klein.
Zowel tijdens het vooronderzoek als tijdens het eigenlijke proces zweeg B. vrijwel steeds. Aan het einde van de behandeling van zijn zaak, twee weken geleden, zei hij uit overtuiging te hebben gehandeld en dat hij opnieuw zou toeslaan als hij de kans zou krijgen.
Evenals de officier van justitie achtte de rechtbank het niet te bewijzen dat vrienden van B. betrokken waren bij de voorbereiding van de moord, hoewel er wel aanwijzingen voor zijn. Wel moet de Marokkaan behoorlijk wat financiële hulp gehad hebben, onder meer voor de aanschaf van een wapen. Hij nam deel aan huiskamerbijeenkomsten, ook in zijn eigen woning, waar de jihad werd gepredikt en waar extreem gewelddadige films werden bekeken. Tijdens huiszoekingen bij B. zijn 105 documenten en cd-roms met een radicale inhoud in beslag genomen.
Omdat het openbaar ministerie vreest dat B. na zijn veroordeling door zal gaan met het verspreiden van radicale teksten, heeft het minister Donner (Justitie) gevraagd wat de mogelijkheden zijn om dit te voorkomen.
Tijdens het voorarrest werden twee geschriften onderschept die B. in de cel had geschreven. In het Pieter Baan Centrum in Utrecht gaf hij twee mannen op zijn afdeling les uit de koran, leende gewelddadige teksten aan hen uit en zonderde zich tegen de regels met hen af. Het PBC leidde daaruit af dat B. doorgaat met het recruteren voor de jihad. B. weigerde aan de onderzoeken in het centrum mee te werken.
De dood van zijn moeder en een korte periode in de gevangenis in 2001 hebben er zeer waarschijnlijk aan bijgedragen dat B. zich ontwikkelde van „een gewone, ogenschijnlijk goed geïntegreerde jongen van Marokkaanse komaf tot de man die op 2 november vanuit een extreem gewelddadige godsdienstbeleving Theo van Gogh heeft vermoord”, aldus de officier van justitie twee weken geleden.
De VVD-fractie in de Tweede Kamer is tevreden dat Mohammed B. is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor de moord op cineast Theo van Gogh. VVD-Tweede-Kamerlid Weekers vindt de straf „passend" en is „opgelucht" dat B. levenslang wordt opgeborgen.
Het bedreigde VVD-Kamerlid Hirsi Ali wilde dinsdag niet reageren op het vonnis. Volgens de rechtbank in Amsterdam heeft B. haar belemmerd in haar werk als parlementariër. De VVD ervaart de veroordeling voor dat delict als „een steun in de rug van de democratie in het algemeen en collega Ayaan Hirsi Ali in het bijzonder."