Hulp aan hongerend Niger komt langzaam op gang
De hulpverlening voor het door hongersnood getroffen Niger komt op gang, maar het is nog steeds onvoldoende. Volgens woordvoerder Greg Barrow van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties is 16 miljoen dollar nodig voor voedselhulp aan het land, maar was daarvan vorige week nog maar eenderde binnengekomen.
De regering in Niger, de VN en hulporganisaties waarschuwden al maanden voor hongersnood, maar een reactie van de internationale gemeenschap bleef grotendeels uit. „Pas toen de beelden van doodzieke kinderen met hongerbuikjes op tv kwamen, begonnen landen te reageren”, aldus Barrow maandag. Niger kampt al maanden met een tekort aan voedsel. De oogst mislukte grotendeels door extreme droogte en sprinkhanenplagen. Naar schatting worden 2,5 miljoen Nigerezen bedreigd door voedseltekorten. Voorlopig zijn vooral kinderen het slachtoffer van de hongersnood; duizenden kinderen zijn al gestorven en circa 150.000 kinderen verkeren in zeer kritieke toestand.
Het Wereldvoedselprogramma van de VN hoopt aan het einde van deze week 280.000 Nigerezen te hebben gevoed. Vliegtuigen met voedselhulp trekken de meeste aandacht, maar het grootste deel van de hulp komt per schip binnen. Voedselpakketten komen binnen in de haven van Lomé, de hoofdstad van het West-Afrikaanse Togo. Daarna duurt het nog een week voordat deze via wegtransport in Niger aankomen.
De hongersnood heerst trouwens niet alleen in Niger, maar treft de hele Sahelregio, met nog eens ruim 2,5 miljoen mensen in de buurlanden Mali en Burkina Faso en in Mauritanië. Dat meldde de noodhulporganisatie van de Verenigde Naties (OCHA) maandag. In Mali hebben 1,1 miljoen mensen dit jaar voedselhulp nodig. Ongeveer 5000 kinderen zijn ernstig ondervoed en de kindersterfte bereikt in sommige streken recordhoogtes. Een half miljoen mensen in Burkina Faso lijden honger en circa 750.000 inwoners van Mauritanië hebben hulp nodig.
Sinds vorige week hebben verschillende landen geld beloofd. Nederland kondigde aan 2 miljoen euro bij te dragen voor het bestrijden van de crisis, Groot-Brittannië zegde 3 miljoen pond (4,3 miljoen euro) toe. De Afrikaanse Unie beloofde circa 830.000 euro aan hulpgelden. Hoeveel geld er op dit moment is binnengehaald is niet precies bekend.
Wel is duidelijk dat het oplossen van de hongersnood in Niger puur een financiële kwestie is. „Niger is een stabiel, vreedzaam land. Het is makkelijk om de mensen te bereiken”, aldus Barrow.