God heeft verschillende scholen waarin Hij de mens zijn schuldige plicht leert. Hij heeft een school van de natuur: al wat geschapen is. Hemel, aarde en zee zijn als een groot driebladig boek en ieder schepsel leert ons de deugden van de Schepper.Hij heeft ook een school van Zijn Woord, namelijk Zijn huis en kerk. Daar worden Zijn leerlingen door de bediening van Zijn Geest onderwezen aan de voeten van de opperste Leermeester, Die hun toeroept: „Ik zal u onderwijzen en leren de weg die u gaan moet. Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.” In die school leert Hij de mens zich over zijn zonden te schamen en zijn goedertieren Weldoener te beminnen en te gehoorzamen.

De Heere heeft ook nog een school van verdrukking en oordelen, tot tuchtiging, oefening en beproeving van de Zijnen. Wanneer de mensen Gods zegeningen misbruiken en niet verbeterd worden door de roede van Zijn mond, zal Hij met schorpioenen kastijden en met de roede van Zijn toorn hun leren wat tot hun vrede dient. Dan is het eindelijk: „Hoort de roede en Wie ze besteld heeft.”

Dit vinden we in onze tekst. Beschouwen we de aarde in het algemeen, waar ziet men dan de toorn van God niet geopenbaard van de hemel? Overal is er het toneel van Gods gerichten. Daar waar het oorlogszwaard nog niet is, worden de mensen naar het graf gesleept door de honger of door ziekte.

Carolus Tuinman, predikant te Middelburg (Keurstoffen, 1740)