Willen wij vrijgaan van Gods wraakoordelen en deel hebben aan Zijn heil, zo laat ons toezien dat wij niet als trouwelozen trouwelooslijk handelen. Dat was het gelijk en de roem van de kerk dat zij na veel uitgestane tegenheden voor de Heere betuigen durfde: „Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij Uwer niet vergeten, noch vals gehandeld tegen Uw verbond.”Wij moeten niet trouweloos handelen met God. Ook moeten wij niet trouweloos handelen met de mensen. Laat ons zorgdragen dat wij een veilige toevlucht en een schuilplaats hebben tegen alle vrees. Die is te vinden onder Gods vleugelen. Laat ons daarom onder de schaduw Zijner vleugelen een toevlucht nemen. Ook is die te vinden in de wonden van Jezus, bij Wie uitkomsten zijn, ook tegen de dood.

De zodanige zal geen kwaad wedervaren. Om niet te wankelen hier op aarde, moeten wij een onbewegelijke grondslag hebben. Daarom noemt Christus iemand die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft een voorzichtig man, maar die zijn huis op het zand gebouwd heeft, een dwaze man.

Laat ons dan wandelen in Zijn licht. Welgelukzalig zijn zij die dat doen. Laat ons dan hier op aarde Hem zoeken, om deel te krijgen aan Zijn heerlijkheid en genade. Dan zullen wij die eens gelukzalig genieten in de hemel, waar geen zon noch maan behoeft te schijnen, want de heerlijkheid van God zal ze verlichten.

Carolus Tuinman, predikant te Middelburg (Keurstoffen, 1740)