KHN: groot tekort aan Chinese koks
Door de opkomst van wokrestaurants is een groot tekort aan Chinese koks en keukenhulpen ontstaan. Dat heeft de afdeling Chinees–Indische bedrijven van Koninklijk Horeca Nederland (KHN) donderdag gemeld. Volgens de organisatie is er momenteel een tekort van 4000 koks voor de circa 2500 gespecialiseerde restaurants.
Voorzitter W. Ding van de KHN–afdeling pleit voor versoepeling van regels voor verblijfsvergunningen om koks uit China te halen. Ook wil hij stimuleren dat Chinese restaurants meer Nederlandse koks in dienst nemen. Daar is nog weinig animo voor volgens L. Lin, KHN–sectormanager voor Chinees–Indische bedrijven. „Ook niet bij klanten, want die verwachten een exotische ervaring. Eten is een nou eenmaal een uiting van cultuur".
De afgelopen twee jaar zijn er volgens Lin tweehonderd tot driehonderd wokrestaurants bijgekomen. Groot verschil met de ’traditionele Chinees’ die in hun keuken vooral nasi en bami bereiden, is volgens haar het showelement dat erbij is gekomen. Daardoor is het werk arbeidsintensiever geworden.
In wokrestaurants wordt achter de schermen vaak veel voorbereidend werk gedaan, dat vervolgens in het zicht van de klanten wordt afgemaakt. „In een wokrestaurant werken al gauw tien koks, terwijl in de meer traditionele familiebedrijven het om twee tot vijf personen gaat in de keuken".
De KHN–afdeling zegt in 2000 al met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) speciale afspraken te hebben gemaakt in het Chinese Horeca Convenant over werkvergunningen. Sindsdien komen volgens de organisatie jaarlijks zestig Chinese koks naar Nederland en gaan er elk jaar evenveel terug naar China.
Volgens Lin zou de branche geholpen zijn als de koks langer in Nederland mogen werken. Er geldt volgens haar een termijn van maximaal 2,5 jaar, terwijl bijvoorbeeld in Duitsland vergunningen voor vijf jaar worden afgegeven. Ook moet de procedure voor een vergunning sneller en eenvoudiger worden, meent de sectormanager. „Het duurt vaak een half jaar, terwijl ondernemers de kok bij wijze van spreken morgen nodig hebben".