Terugtrekken uit Gazastrook lost veel op
Het is onrustig in Israël. De regering maakt aanstalte om nederzettingen van kolonisten in de Gazastrook te ontmantelen. Een grote stap in de goede richting, stelt Alfred Muller
. Ook christenen die Israël steunen, moeten voor deze ontwikkeling zijn in het licht van de eindtijd. Hoe verstandig is het eigenlijk van de Israëlische premier Ariel Sharon om de nederzettingen in de Gazastrook te ontruimen? Verkwanselt hij niet het strategisch belang van zijn land en legt hij de landbelofte niet naast zich neer?
Israël veroverde de Gazastrook in de oorlog van 1967 op Egypte. Inmiddels zijn er 21 joodse nederzettingen in dat gebied verrezen. Half augustus beginnen de politie en het leger met de ontmanteling daarvan en de verwijdering van de bewoners.
De eerste grote, en meest belangrijke terugtrekking uit de Gazastrook heeft elf jaar geleden al plaatsgevonden. Dat was toen het Israëlische leger de grote Palestijnse steden verliet en het bestuur overgaf aan de Palestijnse Autoriteit. Het leger beheerst nu slechts de gebieden in en rond de joodse nederzettingen en de toegangswegen.
Sharon voert verschillende redenen aan voor de verdere terugtrekking. Hij beseft dat Israël bij een regeling met de Palestijnen dit gebied toch niet in handen zal houden. Het heeft geen zin dat zijn land de zware economische en militaire last van de bezetting blijft dragen. Bovendien schudt Israël de kaarten op deze wijze opnieuw door elkaar, waardoor de politieke impasse wellicht kan worden doorbroken.
Tegenstand
Het plan stuit echter op hevige tegenstand van de joodse inwoners van de nederzettingen, hun geestverwanten in Israël en allerlei christenzionisten wereldwijd. Ze gebruiken daarvoor een strategisch en een religieus argument. Ze waarschuwen dat de terugtrekking een beloning is voor terreur en dat de Palestijnen straks Israëlische dorpen en steden met raketten en mortieren zullen bestoken. Ze stellen ook dat Gaza bij het land hoort dat God aan de Joden heeft gegeven.
Beide argumenten zijn niet overtuigend. Het is helemaal niet zeker dat de Gazastrook na de terugtrekking zal radicaliseren. Als de Palestijnse Autoriteit orde op zaken weet te stellen en met westerse hulp kans ziet de levensstandaard van de Palestijnen te verbeteren, en als Israël meewerkt door van de Gazastrook geen grote gevangenis te maken maar de Palestijnen de kans geeft zonder veel problemen naar de Westelijke Jordaanoever, Israël zelf en de Arabische landen te reizen, krijgen gematigde politieke krachten kansen.
Maar ook al zou de Gazastrook een broeinest van militant islamitisch fundamentalisme worden, dan nog kan Israël zich na de terugtrekking beter verdedigen dan nu het geval is. De zware last van de verdediging van kronkellijnen rond nederzettingen in een uiterst vijandig gebied, valt straks weg. Israël krijgt daarvoor in de plaats een 51 kilometer lange rechte grens, beveiligd door een hekwerk. En als Palestijnen na de terugtrekking Israël toch aanvallen, kan het leger daarop reageren.
Religieus argument
Eveneens kunnen er vraagtekens gezet worden bij het religieuze argument. De ruimte ontbreekt hier om uitgebreid op deze materie in te gaan, maar joodse en christelijke theologen hebben erop gewezen dat voorstanders van de Groot-Israëlgedachte de Bijbel selectief gebruiken. Ze halen zelden teksten aan die gaan over de voorwaarden die aan de landbeloften zijn verbonden, over gerechtigheid of over respect voor de vreemdeling. Ze laten tevens de schriftuurlijke basis voor het bevorderen van compromis en vrede onbelicht.
Ja, het is inderdaad zo dat Jozua 3200 jaar geleden Gaza veroverde en aan Juda beloofde. Het oude Israël zag evenwel geen kans de controle over de kuststrook te consolideren. Daar woonden de Filistijnen. Het volk Israël verbleef in het Beloofde Land - maar er was ook ruimte voor andere volken en voor vreemdelingen.
Moet Israël vandaag Jozua’s belofte met geweld vervullen? Moet het land de 1,5 miljoen Palestijnen daar een hard militair juk opleggen? Wie zendt zijn zonen en dochters daarheen als soldaten? Wie draait op voor de financiële kosten? Beloften hoeven in de tegenwoordige tijd niet altijd vervuld te worden. We leven in een wereld met een politieke en strategische realiteit.
Belangen
Voor gelovigen mag het religieuze argument belangrijk zijn, in de praktijk speelt het geen belangrijke rol. De Israëlische regering bestuurt het land op grond van nationale, politieke, economische en strategische belangen. De parlementariërs ontwerpen wetten naar aanleiding van de wensen bij de achterban, niet op basis van bijbelteksten. De rechters doen hun uitspraken op grond van de wetten en de jurisprudentie, niet op grond van de thora en joodse religieuze teksten. Met andere woorden: Israël is een moderne democratische staat, geen theocratie. Zij die van Israël een soort oudtestamentisch gedrag verwachten, raken teleurgesteld.
Pro-Israël-christenen die tegen het evacuatieplan zijn, zouden zich af moeten vragen of ze inderdaad de belangen van Israël op het oog hebben. Willen ze niet liever dat het land voldoet aan allerlei eindtijdscenario’s? Eisen ze van Israël geen politiek die ze nooit van andere landen zouden verlangen? Zijn hun wensen niet in overeenstemming met de geest van het nationalisme in plaats van de christelijke ethiek?
Ze zouden zich ook moeten afvragen of ze de gebeden tegen de terugtrekking niet beter kunnen vervangen door gebeden voor de vrede. Vrede - dat is wat de Israëliërs en Palestijnen zo hard nodig hebben.
De auteur is correspondent van deze krant in Jeruzalem.