Scherpere terreurwet in Engeland
De drie grote politieke partijen in Groot-Brittannië hebben overeenstemming bereikt over strengere antiterreurwetgeving. De nieuwe maatregelen hebben betrekking op de voorbereiding van, de training voor en het aansporen tot terroristische daden.
De Britse minister Clarke van Binnenlandse Zaken van de regerende Labour-partij voerde maandag overleg met de woordvoerders van de andere partijen, David Davis van de Conservatieven en Mark Oaten van de Liberaal-Democraten. In de nasleep van de aanslagen in Londen zijn ze het snel eens geworden over een wetsontwerp.
De nieuwe wet verbiedt in de eerste plaats het volgen of geven van een terroristische training op Brits grondgebied en in het buitenland. Verder worden voorbereidende acties, zoals het downloaden van instructies voor het maken van een bom, strafbaar. Ook mensen die indirect aanzetten tot terroristische activiteiten worden keihard aangepakt. Het voorstel wordt in oktober in stemming gebracht in het Britse parlement en zal waarschijnlijk in december al in werking treden, veel eerder dan verwacht.
Volgens The New York Times van dinsdag staat er in een geheim Brits rapport dat de Britse inlichtingen- en politiediensten drie weken voor de bloedige aanslagen op 7 juli concludeerden dat geen groepering van plan of in staat was het Verenigd Koninkrijk aan te vallen. Het verslag van de Joint Terrorist Analysis Center leidde ertoe dat de Britse autoriteiten hun schatting van de dreiging een niveau verlaagden.
Anonieme Britse functionarissen zeggen echter in een reactie in de Amerikaanse krant dat de wijziging geen praktische gevolgen had voor de voorzorgsmaatregelen tegen terrorisme. De terreurdreiging door militante moslims was op het moment van de aanslagen, die (zo werd maandag gemeld) aan 56 personen het leven hebben gekost, ingeschaald op „substantieel.” Dat is maar één niveau hoger dan de vrees voor geweld door de Ierse terreurorganisatie IRA. Die dreiging wordt als „gematigd” gezien.
Het voorheen geheime rapport schrijft ook dat activiteiten van extremistische moslims in Groot-Brittannië een direct gevolg zijn van het geweld in Irak. Daarmee lijkt het een kritisch rapport van het Britse Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen te onderschrijven. Dat legde maandag een verband tussen de aanslagen en de Britse rol in Irak. Het kabinet-Blair wil daarvan echter niets weten.
Tweederde van de Britten ziet wel een verband tussen de aanslagen in Londen anderhalve week geleden en het Britse aandeel in de oorlog in Irak. Dit blijkt uit een opiniepeiling die de krant The Guardian dinsdag publiceerde. Slechts 28 procent van de Britten denkt dat er geen verband is tussen de aanslagen van 7 juli en de Britse deelname aan de Amerikaanse aanval op Irak in maart 2003. Driekwart van de Britten denkt overigens ook dat nieuwe zelfmoordaanslagen in het Verenigd Koninkrijk waarschijnlijk zijn.
Premier Blair ontving dinsdag op Downing Street moslimleiders en maatschappelijk werkers uit het hele land om te bespreken hoe het nu verder moet. Ook oppositieleiders zijn erbij aanwezig. Blair wil weten hoe jonge Britten zich konden ontwikkelen tot zelfmoordenaars.