Van de inwoners heeft 19 procent een negatief beeld van de EU (was 15); de rest oordeelt neutraal, of weet het niet.

Dat blijkt uit een maandag gepubliceerde samenvatting van de halfjaarlijkse enquête onder de Europese bevolking. Het onderzoek is gehouden in de laatste weken van mei en de eerste weken van juni. Dat was de periode van de referenda in Nederland en Frankrijk over de Europese grondwet.

Het van oudsher hoge vertrouwen in de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de EU) en het Europees Parlement is ook gedaald: met respectievelijk 6 en 5 procentpunt tot 46 en 52 procent.

Het idee dat de EU een grondwet moet krijgen, heeft een flinke knauw gekregen. De vraag in de enquête ging overigens niet over de huidige ontwerptekst, maar over het basisprincipe. Gemiddeld is nu 61 procent voorstander, terwijl dat een halfjaar geleden nog 67 procent was. In Nederland brokkelde de steun zelfs af van 73 naar 53 procent.

Ook voor de uitbreiding van de EU met nieuwe landen brokkelt de steun af. Momenteel is 50 procent voor (was 53 procent). Voor veel Europese burgers hangt het ervan af welke landen lid willen worden. Slechts 35 procent is voorstander van lidmaatschap van Turkije en 52 procent is tegen. De onderhandelingen met dat land beginnen op 3 oktober. Als Zwitserland lid zou willen worden – quod non – krijgt het Alpenland een veel warmer onthaal: maar liefst 78 procent ziet de Zwitsers graag bij de EU.