Oecumene met een confessionele kleur
„Als je de oecumene wilt beleven van één kerk met verschillende achtergronden, kun je hier goed terecht. Het gaat hier om meer dan oecumene: wat ons bindt is ook de confessionele identiteit.” Dr. D. Visser, de nieuwe voorzitter van de Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR), typeert met deze woorden het eigene van de GOR.
Dr. Visser (52) werd vrijdag, op de deze week begonnen assemblee (algemene vergadering) in Utrecht, gekozen als preses. Hij zal, naast ds. Winston Kawale uit Malawi als vice-voorzitter, het bestuur van de GOR gaan leiden.
De nieuwe preses is gemeentepredikant in Rotterdam en al sinds geruime tijd betrokken bij de GOR. De afgelopen negen jaar was hij vice-voorzitter. In deze functie bouwde hij vele contacten op met kerken in verschillende werelddelen.
Van 1983 tot en mei 1990 was dr. Visser werkzaam voor de Reformed Church in Zambia. Hij behoorde tot de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), die vorig jaar -voor het grootste deel- opgingen in de Protestantse Kerk in Nederland.
De GKN waren in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw een voortdurende oorzaak van verdeeldheid op GOR-assemblees. De liberale opvattingen in dit kerkverband ten aanzien van het schriftgezag en ethische kwesties zoals homoseksualiteit riepen verzet op in verschillende lidkerken van de GOR. Mede vanwege het aanblijven van de GKN verlieten de Christelijke Gereformeerde Kerken de GOR, in 1988, en sloten zij zich aan bij de International Conference of Reformed Churches (ICRC).
Is de positie van uw kerk nog altijd omstreden?
„Binnen de GOR is meer ruimte gekomen voor de diversiteit waarin het gereformeerd belijden wordt uitgesproken en beleefd. Neem bijvoorbeeld GOR-lidkerken als de Presbyterian Church of India, of de Evangelical Reformed Church of Christ in Nigeria, die geen kinderdoop kent en meer evangelisch is; of andere kerken, zoals de deze week aangenomen Torajakerk. Ze laten een verbreding van de oorspronkelijke GOR zien. De binding met Nederland en emigrantenkerken wordt minder.
En natuurlijk zijn de opvattingen van mijn kerk een punt van discussie. Ze worden soms behoorlijk weersproken. Dat heb ik meegemaakt tijdens mijn verschillende reizen voor de GOR. Maar ik sta voor mijn kerk, hoewel anderen dat niet zullen begrijpen.
Overigens is de PKN niet de voortzetting van de GKN. Ook de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Bond maken deel uit van de PKN. Tijdens de laatste assemblee in Indonesië, in 2000, was de Gereformeerde Bond aanwezig in de persoon van waarnemer Jan van der Graaf, en hij was positief over deze vergadering.”
De GOR heeft veel overlappingen met de WARC, de Wereldbond van Gereformeerde Kerken. Wordt het geen tijd om te fuseren?
„Er zijn zeer nauwe contacten tussen beide organisaties. Natuurlijk speelt deze vraag voortdurend en zal die ook op deze assemblee aan de orde komen. Dat is ook logisch, gezien het feit dat een groot aantal kerken lid is van beide organisaties. Maar aan de andere kant moet je je afvragen: Zou het goed zijn als de GOR er niet meer was? Vanuit de WARC ziet men de waarde van de GOR, bijvoorbeeld in hoe deze zich bezig houdt met de gereformeerde identiteit. We zijn de laatste tijd wel steeds meer betrokken bij het werk van de WARC, zoals op het terrein van de missiologie, en die inbreng zal zich de komende jaren versterken.”
Hoe kijkt u aan tegen de International Conference of Reformed Churches?
„Er zijn geen contacten over en weer. Ik zie het bestaan van de ICRC meer als een voldongen feit. Je kunt de ICRC niet zien als een alternatieve GOR, zoals wel eens gebeurt, want de GOR is veel breder. Natuurlijk vind ik het jammer dat de kerken die de GOR verlaten hebben een keuze gedaan hebben voor de ICRC en niet voor ons; maar er is geen vijandige houding tussen beide groepen. We laten elkaar vrij in ons lidmaatschap.”
De GOR is weer terug op Nederlandse bodem. Alleen de Protestantse Kerk is als Nederlandse kerk aanwezig als lid. Betreurt u dat niet?
„De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn lange tijd lid geweest, maar hebben in 1988 gemeend met de GOR te moeten breken. Het zou goed zijn om hier weer gesprekken over te hebben, informeel. Als de CGK de situatie nu zouden zien, zouden ze er misschien anders over denken. Nu zijn er kerken lid geworden, zoals de Torajakerk, waar ze goede contacten mee hebben. Je kunt niet zeggen dat de GOR verder verlinkst. Er is wel een groter evangelisch element gekomen in de GOR - al is de GOR zeker geen evangelical fellowship.”
Waar liggen de prioriteiten voor de toekomst?
„Ik denk dat de armoede een van de grote problemen is. De inkomensverschillen die openbaar komen op zo’n assemblee, binnen de ene kerk van Jezus Christus, zijn altijd weer schrijnend. Iedere keer stuit je daarop, ook tijdens deze assemblee. Deze armoede is óók zonde.”