Senaat VS wil onderzoek IVF-embryo’s toestaan
De Amerikaanse Senaat debatteert over het toestaan van stamcelonderzoek met embryo’s die overblijven na in vitro fertilisatie (IVF). Over een wetsvoorstel dat dit mogelijk moet maken, zal waarschijnlijk volgende week worden gestemd.
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, zou dat de beperkingen versoepelen die president Bush het embryonale stamcelonderzoek in 2001 oplegde. Bush stelde toen dat overheidsgeld alleen mocht worden gebruikt voor onderzoek met de twintig bestaande embryonale cellijnen. Onderzoekers die met de ruim honderd stamcellijnen werken van na die datum, kunnen alleen gebruikmaken van private gelden.
Toen het Huis van Afgevaardigden het wetvoorstel afgelopen mei aannam, herhaalde Bush zijn bezwaren. „Dit voorstel is een aansporing om beginnend menselijk leven te vernietigen”, aldus de president.
Voorstanders van het wetsvoorstel vinden het „ethisch meer verantwoord de embryo’s, die anders na verloop van tijd vernietigd zouden worden, te gebruiken voor het genezen van ziekten.”
Bill Frist, de Republikeinse fractievoorzitter in de Senaat, en andere tegenstanders bepleiten een alternatieve wetgeving, die alleen financiering toestaat van methoden die het embryo niet vernietigen.
Zo stelt een model voor uit een achtcellig embryo één cel te verwijderen en op te kweken tot een cellijn. De techniek wordt nu gebruikt voor screening van embryo’s op erfelijke ziekten voor het terugplaatsen in de baarmoeder en lijkt niet schadelijk te zijn. Het is echter niet duidelijk of het laten opgroeien van een cellijn uit een enkele cel haalbaar is.
Een ander voorstel is om cellen te gebruiken van embryo’s die na invriezen niet meer willen delen en die waarschijnlijk in de baarmoeder niet uit zouden groeien tot een foetus. Sommige wetenschappers gebruiken hierbij het voorbeeld van orgaandonatie; de embryo’s zouden te vergelijken zijn met iemand die hersendood is, waarbij verwijdering van organen is toegestaan.
Toch blijven ook hierbij vragen over, zoals: Is dit een juiste benadering? en: Hoe is de fase waarin het embryo zich bevindt vast te stellen?
Een belangrijk punt in het debat is dat de wetenschappelijke bruikbaarheid van de methoden nog niet is getest. „Wetenschappelijk gezien kan men hier nauwelijks van alternatieven spreken”, stelt Robert Lanza, vice-voorzitter van het instituut voor Advanced Cell Technology.
De meeste embryonale stamcellen die voor onderzoek worden gebruikt, zijn verkregen uit embryo’s die voor IVF waren bestemd. Onderzoekers proberen deze uit te laten groeien tot een van de 200 menselijke celtypen, zoals hartspieren en zenuwen.
In volwassen weefsels en organen komen in kleine hoeveelheden onrijpe cellen voor, die bij een verwonding of ziekte worden geactiveerd, maar hiervan is niet aangetoond dat ze zich tot alle celtypen kunnen ontwikkelen. Mogelijk is de specialisatie beperkt tot de celtypen van het weefsel waarin ze voorkomen. Toch vermoeden velen dat ook in volwassenen stamcellen te vinden zijn, die net zo flexibel zijn als die van embryo’s. Minimaal twee recente onderzoeken wijzen in die richting.
Volwassen stamcellen zijn, in tegenstelling tot embryonale, al in de praktijk getest en de resultaten zijn veelbelovend. Stamcellen uit beenmerg kunnen worden ingezet bij leukemie en lijken de hartfunctie te verbeteren na een hartinfarct. Ook cellen uit navelstrengbloed en -weefsel blijken bruikbaar voor verschillende vormen van behandeling.
In Nederland wordt ondanks de liberale wetgeving weinig onderzoek verricht met stamcellen uit menselijke embryo’s. Sinds 2003 is het isoleren van menselijke embryonale stamcellen wettelijk toegestaan. Tot nu toe kregen alleen het Hubrecht Laboratorium in Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Groningen toestemming voor dit soort onderzoek.
In sommige landen, zoals Duitsland, zijn bepaalde typen stamcelonderzoek om ethische redenen verboden. Andere landen, zoals Groot-Brittanië, Zuid-Korea en Singapore, willen uitgroeien tot centra van stamcelonderzoek en stimuleren het, zowel financieel als met ethische richtlijnen.