Beperkingen voor radicalen in cel
Minister Donner van Justitie bekijkt of de wettelijke bevoegdheden om gedetineerden extra beperkingen op te leggen, moeten worden aangepast. Hij erkent het risico dat gevangenen doorgaan met het rekruteren voor de jihad, binnen de gevangenismuren, maar via geschriften en contacten ook daarbuiten.
Het openbaar ministerie vreest dat Mohammed B. na zijn veroordeling door zal gaan met het verspreiden van radicale teksten. Het parket in Amsterdam wil van Donner weten wat de mogelijkheden zijn om dit te voorkomen.
De bewindsman zelf is al bezig met onderzoek naar extra beperkingen. Hij werkt daar ook in Europees verband aan, zo liet hij onlangs aan de Tweede Kamer weten. Met name de LPF en de Groep Wilders drongen aan op maatregelen, zodat dergelijke verdachten hun staatsondermijnende ideeën niet meer kunnen verspreiden.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) wijst er al jaren op dat binnen de inrichtingen rekrutering door radicale moslims plaatsvindt. Een kamermeerderheid van CDA, PvdA, VVD, LPF en Groep Wilders is daar bezorgd over en wil dat tegengaan, zeker nu er steeds meer radicale moslims vastzitten.
Op dit moment mogen zowel gevangenisdirecteuren als Donner zelf al bepaalde beperkingen aan een gedetineerde opleggen. PvdA-Tweede-Kamerlid Wolfsen denkt niettemin dat aanpassingen van de wet nodig zijn. „Kennelijk is ook het OM er niet zo zeker van dat de regels toereikend zijn, anders had men niet om aanpassing gevraagd.”
Wolfsen wijst erop dat de bevoegdheden voor beperkingen er wel zijn, maar dat die alleen mogen worden opgelegd als de veiligheid en de orde binnen de gevangenis in het geding zijn. Als het gaat om kwalijke invloeden naar buiten toe, zou dit niet gelden.
Bovendien zijn beperkende maatregelen vaak zeer tijdelijk. „Het criterium voor deze maatregelen moet worden verruimd”, aldus de PvdA’er.
Het OM heeft tijdens het onderzoek naar de moord op Theo van Gogh twee geschriften van Mohammed B. onderschept die hij in de cel had geschreven. In principe mag iedereen in Nederland stukken schrijven, publiceren en verspreiden. Bij aanzetten tot haat of opruiing is het mogelijk op te treden.
Tijdens het proces over de moord bleek dat B. in het Pieter Baan Centrum heeft geprobeerd geloofsgenoten aan zich te binden. Hij gaf twee mannen op zijn afdeling les uit de koran, leende gewelddadige teksten aan hen uit en zonderde zich tegen de regels met hen af. Het PBC leidt daaruit af dat B. doorgaat met het rekruteren voor de jihad.
De VVD heeft vragen gesteld aan de ministers Donner (Justitie) en Verdonk (Vreemdelingenzaken) en aan staatssecretaris Rutte (Onderwijs) over werving van studenten in het hoger onderwijs voor de jihad. De liberale kamerleden Visser en Weekers willen een reactie op het overheidsrapport uit Groot-Brittannië waaruit blijkt dat extremistische groeperingen actief zijn op universiteiten. Donner, Verdonk en Rutte moeten nagaan of zoiets zich ook in Nederland voordoet.
Verder willen de VVD-kamerleden weten of de achtergrond van buitenlandse studenten wel goed wordt gecheckt op radicaal-islamitische ideeën. Wat betreft Visser en Weekers gebeurt dat al als zij een verblijfsvergunning aanvragen om een tijd in Nederland te kunnen studeren.