In de kerk van een zustergemeente
Steeds minder predikanten lijken ervoor te voelen om tijdens hun vakantie voor te gaan in Nederlandstalige kerkdiensten in het buitenland. Deze week vertellen vijf predikanten vanaf hun vakantieadres over het leiden van zulke diensten. Kost het hun inspanning of is het juist ontspanning? Allen preekten afgelopen zondag over de grens: in Frankrijk, Zwitserland, Italië en Duitsland. Vrijdag het laatste deel: ds. R. de Koning Gans vanuit Krattigen in Zwitserland.
Uit de hele regio kwamen de mensen afgelopen zondag naar de Slotkerk in het Zwitserse Interlaken. „Een beetje vreemd is het wel”, zegt ds. De Koning Gans uit Zeist. Op de achtergrond klinkt klokgelui. „Men kent elkaar niet. De dienst begint. En aan het einde zoekt iedereen weer zijn eigen weg.” Aan de andere kant vindt de hervormde predikant het een mooi idee dat zijn gehoor, uit de breedte van de gereformeerde gezindte, „elkaar vindt in de eenheid die het Woord met zich meebrengt.”
Ds. De Koning Gans gebruikte een preek die hij kort daarvoor in zijn eigen gemeente hield bij de uitzending van een zendingsechtpaar. Ook vakantie vieren is per slot van rekening grenzen overgaan, hield hij de Nederlandse toeristen voor. Hij sprak onder meer over de belofte in Handelingen 1:8. „En ik heb beide keren tegen de gemeente gezegd dat je niet uitgezonden hoeft te zijn om een zendingswerker te zijn.” Het schip van de Slotkerk zat vol. Met zo’n 300 à 400 mensen, schat de predikant. Heeft hij nog reacties gekregen? „Bij het verlaten van de kerk geven de kerkgangers je een hand. Daar moet je het van hebben.”
„Vraag maar iemand anders”, zei hij in eerste instantie toen men hem vroeg om in Zwitserland te preken. „U mag terugkomen, als u niemand kunt vinden.” Je hebt vakantie hè, verklaart hij zijn reactie. „Daar leef je naartoe. We hebben vier kinderen; het is fijn om bij elkaar te zijn. Nu blijf je toch een beetje in je werk zitten. En je gezin is je even kwijt.”
In de week voor zijn vakantie, bereidde de Zeister predikant zijn preek voor. Ook op de zondag waarop hij voorging in Interlaken boog hij zich ’s morgens vroeg over de preek. „Het kost zeker inspanning, maar ik ervaar het als positief. Je vindt vreugde in het preken. Het is een zegen. Ja, dat is de juiste uitdrukking.”
Tijdens de dienst was er niemand van de plaatselijke, Zwitserse gemeente. „Je mag de kerk van een zustergemeente gebruiken. Het zou mooi geweest zijn als iemand ons welkom heette en ons een goede dienst toewenste. Ik vind het zelf fijn om in een dienst ter plaatse aan te schuiven. Wij hebben dat ook gedaan, zondag.”
Hoe was die buitenlandse kerkdienst? „Wel goed”, vindt de predikant. „En anders dan we gewend zijn. Zo was er bijvoorbeeld geen zichtbare kerkenraad. De dominee zat in de voorste bank. Toen het tijd was, liep hij naar voren.”