Genezing
Wanneer een verstandig en ervaren geneesmeester een gevaarlijke wond moet genezen, zal hij eerst de wond openen. Daarna schrijft hij de medicamenten voor die het meest geschikt zijn. Deze twee dingen moeten noodzakelijk samengaan. Als het eerste wordt nagelaten, zal de geneesmeester nooit het heilzame effect hebben, noch de patiënt het resultaat. De wond moet worden geopend, want al wordt er met alle ijver gewerkt om het kwaad tegen te gaan, het is vruchteloos, omdat de wortel van alles blijft.Als de wond geopend wordt, kan de wortel van alle boosheid worden uitgenomen. Dat is het eerste en noodzakelijkste wat gedaan moet worden. Zo noodzakelijk is het ook dat ook het tweede volgt. Want zonder het gebruik van heilzame medicijnen zou het eerste de patiënt wel pijnigen, maar niet genezen.
Zo gaat het ook toe in het geestelijke. De mens die het gebod van zijn Schepper overtreden heeft en zwaar tegen Hem heeft gezondigd, is daardoor een patiënt geworden met een ongeneeslijke kwaal. Daarop heeft God zijn ellende gezien en Zich ontfermd en zijn genezing ter hand genomen. Dat gebeurde op geen andere wijze dan die in het lichaam te zien is. Zo komt ons de Heere als die grote Geneesmeester voor in de Schriften. Hij stelt de zondaar zijn zonden voor ogen en doet hem het kwaad gevoelen.
Mattheüs Jorna, predikant te Makkum (Klare spiegel der zalige en rampzalige, 1686)