Moordenaar van Van Gogh blijft zwijgen
Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, blijft zich beroepen op zijn zwijgrecht. Ook blijft hij bij zijn wens dat zijn advocaat, mr. J. P. Plasman, geen verdediging zal voeren.
Dat bleek maandagmorgen tijdens de rechtszaak tegen Mohammed B. die onder grote belangstelling van pers en publiek van start ging. De zitting vindt plaats in de zwaar beveiligde rechtbank, de zogeheten bunker, in het Amsterdamse stadsdeel Osdorp. Mohammed B., getooid met hoofddoek, verscheen tegen zijn zin. Hij had weg willen blijven, maar de rechtbank eiste dat hij aanwezig zou zijn.
Mr. U. W. Bentinck, voorzitter van de rechtbank, uitte direct na de opening van de zitting zijn verbazing over het feit dat advocaat Plasman geen verdediging zal voeren. „Ik heb afgelopen maanden in de pers allerlei verklaringen van u gelezen, maar hier ter zitting krijgen we niets te horen. Dat is de omgekeerde wereld.” Plasman: „Het is de uitdrukkelijke wens van mijn cliënt. Meer kan ik er niet over zeggen.”
De rechtbank wilde weten of het zwijgen van Mohammed B. met zijn geloofsovertuiging te maken heeft. Ook daar wilde Plasman geen antwoord op geven. Bentinck: „Ik zie uw cliënt glimlachend knikken.” De rechtbankvoorzitter probeerde alsnog de verdachte aan het praten te krijgen. Deze volstond met een korte reactie: „Ik heb niets toe te voegen aan wat meneer Plasman heeft gezegd.” Later op de ochtend sprak hij deze woorden nog een keer.
Rechter mr. M. J. Diemer hield de verdachte voor dat hij „met huid en haar is gedompeld in de rechtsorde. U geniet bijstand, u bent verpleegd aan uw wond en u krijgt de ruimte in dit land voor uw eigen geloofsovertuiging. U wordt zelf door de rechtsorde beschermd, maar nu gaat u er met uw rug naartoe zitten. Dat is niet consequent, maar opportunistisch.”
Getuige-deskundige prof. dr. R. Peters, bijzonder hoogleraar geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, bevestigde dat de zwijgzaamheid van Mohammed B. „geheel in overeenstemming is met de geschriften” van de verdachte. „Hij verwerpt de democratie en accepteert geen wetten en rechtbanken die niet door God zijn ingesteld.”
Volgens Peters is de opvatting van Mohammed B. over de rechtsorde niet representatief voor de islam. „Ten tijde van de profeet Mohammed trokken er moslims naar het christelijke Ethiopië; zij erkenden de rechtsorde in dat land wel.”
De rechtbank trok donderdagmorgen veel tijd uit voor het behandelen van de feiten rond de moord op cineast Theo van Gogh, op dinsdag 2 november. Er werden onder meer verklaringen van getuigen voorgelezen. Mr. F. W. M. van Straelen, officier van Justitie, deelde mee dat hij de tenlastelegging tegen Mohammed B. heeft uitgebreid. Behalve van de moord op Van Gogh wordt de verdachte beschuldigd van poging tot moord op politieagenten en omstanders, verboden wapenbezit en het bedreigen van VVD-kamerlid Hirsi Ali, dit alles met een terroristisch oogmerk.
De moeder en een zus van Theo van Gogh voerden het woord namens de familie. Beiden staken de loftrompet over de vermoorde filmmaker. Moeder Anneke van Gogh: „Theo was een hartstochtelijk man met veel talenten. Hij is vermoord met schoten en met messteken als toegift, want het varken moest dood. Wij weten wie we missen. Daarmee vergeleken is meneer B. maar een stakker. Maar wel één die een moord pleegde. Hij had daar alle tijd voor. Per slot van rekening leefde hij al drie jaar van een uitkering.”
Zus Josien van Gogh: „Er is een gat geslagen in onze familie. Een gat dat nooit meer gedicht zal worden.”
De rechtbank heeft maandag en dinsdag voor de zaak tegen Mohammed B. uitgetrokken.