Sidderen
Het is een kenmerk van een waar kind van God bezorgd te zijn als de ark Gods in gevaar is, om daarover een bevend hart te hebben. Dit is een zeker teken dat er slechts weinigen zijn die in waarheid kinderen van God zijn. O, waar is de man, waar is de vrouw die gelijk de oude Eli zit, uitziende en sidderende vanwege de ark van God?De reden voor dat uitkijken en sidderen vormen de vele zonden in dit land. Laat ik u zeggen dat er geen enkele zonde is waarom God ooit de ark van enig volk wegnam, of hij wordt in Engeland gevonden. De kerk van Efeze heeft de kandelaar verloren omdat zij haar eerste liefde heeft verlaten. Hebben wij niet onze eerste liefde voor het Evangelie en voor de inzettingen daarvan verloren? De kerk van Laodicéa heeft de kandelaar verloren vanwege haar lauwheid. Zijn wij niet lauw? Het volk van Israël heeft de ark verloren omdat het het spijsoffer van de Heere verachtte. Doet u dat ook niet? Zijn de zonden van Israël niet onder ons? Is er vandaag een kind van God dat de grote ondankbaarheid van dit land, de grote wereldzin en de boosheid kan overwegen en niet tot het besluit komt dat de ark van God in gevaar is en dat God rechtvaardig de ark van ons kan wegnemen?
Dit zeg ik gezien de vele zonden van dronkenschap, overspel, wereldgezindheid, onwaardige wandel onder het Evangelie. Wie van u kan zeggen dat God niet rechtvaardig het Evangelie van u kan wegnemen? Waar zijn nu onze Eli’s, die uitziende zijn en sidderen?
Edmund Calamy, predikant te Aldermanbury (Arke der vromen, 1669)