Meer Antillianen en Arubanen keren terug
De afgelopen vijf jaar is het aantal Antillianen en Arubanen dat naar Nederland komt, fors gedaald. Tegelijkertijd gaan meer Caribische Nederlanders terug naar de eilanden. Alleen van jeugdigen tussen de 18 en 24 jaar komen er nog iets meer naar Nederland dan er vertrekken. Maar ook onder hen halveerde het aantal nieuwkomers van 2564 in 2000 naar 1226 in 2004.
Dat heeft minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Die wilde inzicht in de migratiecijfers en de bronnen van inkomsten. Uit de gegevens blijkt dat veruit de meeste jonge Antillianen en Arubanen naar Nederland komen om te studeren (61 procent) en te werken (8 procent). De rest leeft van een uitkering of wordt onderhouden door familie of vrienden.
Vorig jaar was voor het eerst sprake van een negatief migratiesaldo van bijna negenhonderd. Er kwamen in totaal 3043 Antilianen en Arubanen naar Nederland, terwijl er 3940 vertrokken. Onder hen zaten 1226 jongvolwassenen die kwamen en 730 die vertrokken. Het kabinet wil een speciale regeling voor die leeftijdsgroep om te voorkomen dat zij als kanslozen naar Nederland komen en hier verder afglijden de criminaliteit in.
De daling van het aantal Caribisch–Nederlandse immigranten is gestaag gegaan. Kwamen er in 2000 nog ruim 10.000 naar Nederland, in 2004 was dat nauwelijks nog eenderde daarvan. Het aantal vertrekkenden verdubbelde in die jaren van 1867 naar 3940.