Leer van de Reformatie op Bali
De Indonesische overheid in Jakarta heeft de theologische hogeschool ”Johannes Calvijn” op Bali, die uitgaat van de Heritage Netherlands Reformed Congregations (HNRC) in Noord-Amerika, officieel erkend als theologische faculteit op het eiland. Dit is opmerkelijk, omdat 98 procent van de bevolking van het Indonesische eiland hindoe is.
Al in november 1997 werd een plan opgesteld om te komen tot de oprichting van een theologische hogeschool, zegt conrector ds. A. Mol. Nadat de provinciale regering op Bali daar toestemming voor had verleend, werd de theologische school in augustus 1998 geopend door ds. B. Elshout, voorzitter van het deputaatschap uitwendige zending van de HNRC. Elf studenten waren tot de opleiding toegelaten.
Recent werd de eerste directie beëdigd. De eed werd afgenomen door de voorzitter van de stichting Iman Bali, waaronder de theologische hogeschool werkt. De voorzitter van deze stichting is ook het door de regering aangewezen hoofd op het departement christendom van de provincie Bali. De directieleden zijn rector dr. A. M. L. Batlajery (voorlopig tot januari 2003), conrector ds. A. Mol, academisch decaan drs. B. Handianto, hoofd administratie en bibliothecaris mevrouw L. Rumpuïn, decaan voor de studenten mr. Victor Neno en pastoraal medewerker voor de internaatstudenten ds. I. Made Tommy.
Op dit moment volgen vijftig studenten, verdeeld over vier leerjaren, de lessen. Ze zijn afkomstig uit heel Indonesië. Gezien het feit dat de opleiding zich richt op predikanten, worden er geen vrouwen toegelaten. Dit is in de statuten vastgelegd en de overheid respecteert dat volledig.
De eerste drie leerjaren kennen een vol studieprogramma. In het vierde jaar wordt proponentsbevoegdheid verleend om een stichtelijk woord in de gemeenten te spreken. Ook mogen de studenten dan leidinggeven aan een zondagsschool en catechiseren.
In het vijfde leerjaar krijgen de studenten gelegenheid een halfjaar als vicaris samen te werken met een predikant in een gemeente. Het tweede halfjaar kunnen zij hun studie afronden en een scriptie schrijven. De studenten sluiten de studie af met Sarjana Theologi (S.Th.), vergelijkbaar met het doctoraal I-examen aan een theologische faculteit in Nederland.
Een van de grootste problemen is volgens ds. Mol in Indonesië docenten te vinden die bekend zijn met het reformatorisch denken. Om deze reden worden alle hoofdvakken gedoceerd door dr. A. M. L. Batlajery en ds. A. Mol. Voor de overige hoofdvakken probeert de school gastdocenten uit te nodigen uit Noord-Amerika en Nederland.
Een niet minder groot probleem is de theologische lectuur. Die bestaat in Indonesië voor 90 procent uit moderne liberale of charismatische theologie. Ds. Mol noemt het verblijdend dat de belijdenisgeschriften, de kerkelijke formulieren en de gereformeerde kerkorde in november 2000 zijn uitgegeven, onder de naam: ”Zestien documenten van het Calvinisme”. Het betreft „een zeer goede en betrouwbare” vertaling van dr. Th. van den End, waarvan spoedig een derde druk zal verschijnen.
Voor de te geven colleges moeten bijna alle dictaten door de docenten zelf worden geschreven. Dat vergt veel studie en tijd. De bibliotheek bestaat uit ongeveer 2100 boektitels, waarvan 1600 in de Indonesische en 500 in de Engelse taal.
De studenten krijgen vier jaar lang twee uur per week Engels. „Hierdoor zijn zij in staat de geschriften van de gereformeerde vaderen te lezen”, aldus ds. A. Mol.
Enkele studenten volgen een Nederlandse taalcursus. Zij willen zich beter kunnen verdiepen in de Nadere Reformatie, zegt ds. Mol. Volgens hem doet de stichting ”Litindo” in Zwolle veel werk om gereformeerde theologie in het Indonesisch te vertalen. „Ze heeft ons enorm geholpen door meer dan 400 theologische boeken beschikbaar te stellen van oudere uitgaven met een bijbelgetrouwe inhoud.”