Politiemonitor: Nederland weer veiliger
Nederlanders voelen zich steeds veiliger. En dat is niet alleen een gevoel, want burgers zijn ook daadwerkelijk minder vaak slachtoffer geworden van woninginbraak, diefstal uit de auto, vernieling, fietsendiefstal en geweldsdelicten. Ook ervaren de mensen minder problemen in hun eigen buurt, zoals overlast, verloedering, dreiging, bekladding en hondenpoep.
Dat blijkt uit de Politiemonitor Bevolking 2005, die de ministers Remkes (Binnenlandse Zaken) en Donner (Justitie) woensdag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.
In die grootschalige enquête werden ruim 52.000 willekeurig geselecteerde inwoners van 15 jaar en ouder telefonisch ondervraagd over hun mening over de politie en criminaliteit. Dergelijke onderzoeken worden sinds 1993 gehouden. De uitkomsten zijn gemiddeld maar kunnen sterk verschillen per regio. Die zijn wel te vinden op de internetsite van Binnenlandse Zaken.
In 2005 gaven minder mensen aan dat zij zich onveilig voelen. In de jaren negentig voelde 30 procent zich wel eens onveilig, in 2005 was dat gedaald naar 24 procent. Ook voelen veel minder ondervraagden zich vaak onveilig: 3,7 procent tegenover 6,9 procent tien jaar geleden.
De bewindslieden denken dat de gunstiger resultaten zijn toe te schrijven aan het veiligheidsplan dat enkele jaren geleden in werking trad. Ook belangrijk is de samenwerking tussen overheden, politie, justitie en maatschappelijke organisaties. Maar ook particulieren en ondernemingen dragen bij aan een grotere veiligheid door zelf meer te doen aan inbraakpreventie.
Ook zijn mensen tevredener over de beschikbaarheid van de politie. Minder goed scoort de politie met haar eigen optreden, waarover mensen iets minder te spreken zijn dan de vorige keer. Remkes laat onderzoeken hoe de tevredenheid over de politie kan toenemen.