Gekoesterd door gedichten
Titel:
”Alleen liefde. Gedichten”
Auteur: Toon Tellegen
Uitgeverij: Querido, Amsterdam, 2002
ISBN 90 214 8465 X
Pagina’s: 55
Prijs: € 15,90; Titel: ”Alles aan elkaar”
Auteur: Georgine Sanders en Leo Vroman
Uitgeverij: Querido, Amsterdam, 2002
ISBN 90 214 8530 3
Pagina’s: 48
Prijs: € 15,90.
De liefde. Over dit onuitputtelijke thema verschenen pas twee bundeltjes van Toon Tellegen en het dichtersechtpaar Vroman. Tellegen schrijft zoals we dat van hem gewend zijn, en het dichtersechtpaar Vroman - het blijft verbazen dat twee hoogbejaarden elkaar kunnen koesteren met zulke mooie poëzie.
”Alleen liefde” vormt een bloemlezing uit eerder gepubliceerd werk van Tellegen. Tijdens het lezen begint als vanzelf eenzaamheid te knagen, heimwee naar wat er toch niet is. De dichter schrijft bijvoorbeeld over een man die ontdekt dat de liefde niet bestaat, over mannen en vrouwen die langs elkaar heen praten en zichzelf in het ongeluk storten - of de ander, of elkaar, over vruchteloze pogingen om… enzovoort.
De gevoelens die tijdens het lezen worden opgeroepen, blijven nogal onbestemd. De essentie van veel gedichten heeft namelijk de neiging om tussen je vingers weg te glippen. „Een man zocht een vrouw,/ hing een zwaard boven haar hoofd/ en deed een stap terug,// toen begon hij haar te waarschuwen:/ ’Dat zwaard!’ riep hij. ’Pas op!’// ’O wat waarschuw jij toch mooi!’/ zei zij/ en danste in zijn gedachten.” Ondanks de eenvoudige woordkeuze valt er bij deze dichter meer te vermoeden dan te benoemen.
Regelmatig stuiten we op het stijlmiddel waarop Tellegen het patent heeft: een emotie ten tonele voeren als een mens of dier. Zo gaat het over „de onnadenkendheid met haar reusachtige vleugels” en verliefdheid is „als een reiziger die zijn koffer openmaakt.” Best aardig, maar het trucje van het meerduidige verhaal en de bijzondere beeldspraak ken ik inmiddels. In mijn beleving is deze bloemlezing meer van hetzelfde.
De bundel ”Alles aan elkaar” van Georgine Sanders & Leo Vroman is me dierbaar. Wellicht ter verduidelijking: Georgine Sanders is het pseudoniem van Vromans levensgezellin Tineke. Aan ouderdomskwalen geen gebrek, maar beider geest blijkt nog glashelder.
Vromans poëzie lijkt haast terloops op papier gezet. De beeldspraak is natuurlijk, het eindrijm ongedwongen. „Langzaam kromgebogen van de/ droogte kijk ik neer en denk dat mijn/ lange vingers knokend aan mijn handen/ peulvruchten hadden moeten zijn.” De gedichten van Sanders zijn iets minder geconcentreerd, maar bezitten zeker ontroeringsvermogen. Vooral de laatste regels zijn vaak krachtig (zie onder).
Waarom deze bundel me raakt? Allereerst om de unieke gelegenheid mij in te leven in twee liefhebbende bejaarden. Vroman schrijft: „Buig ik mij over je heen/ in bed, dan voel ik mijn smalle/ en toch verslappende wangen/ oudachtig naar voren vallen.” Sanders: „Kom maar bij mij/ wanneer je dat wilt en ik zal je aaien./ En als je dat al te opwindend vindt/ laat mij dan je hand vasthouden.”
Deze bundel laat zien hoe mooi de aardse liefde kan zijn - en hoe beperkt zij is. Beiden zien de dood onder ogen. Vroman: „Gelovigen zien hun wijlen vrienden/ graag als tijdelijk overleden/ en zingend op hun welverdiende/ weg tussen twee steden: Nustad en Hiernamaalsstad. Ach hoe benijd ik dat. (…) Wat straks van mij gebleven is/ wordt beslist geen vlinder/ (we weten niet wat leven is/ en van de dood nog minder),// hoe veelbeloofd ik daar ook lig/ naast jou, maar ieder zonder zich.”
Sanders: „Wij willen dat men ons zal verbranden. Misschien dat onze dichter jouw as en de mijne/ dan zal vermengen en in water vervloeien,/ of in haar achtertuintje begraven.// Of desnoods in één zak bij het vuilnis zetten./ Wat ze ook doet, dan wel met ons samen.” Vooral de laatste regels, tragisch subliem.