Kerk & religie

„Uitzicht op de jongste dag maakt gunnend”

„Kom, Heere Jezus, kom haastig! Kunnen we dat meebidden? Als we dat niet kunnen, wanneer dan wel? De Heere zendt nog dienstknechten uit, hier en in de zending, zodat er een toegerust volk mag zijn dat Christus verwacht.”

Van een medewerker
4 July 2005 09:55Gewijzigd op 14 November 2020 02:43
HARSKAMP – Op de legerplaats in Harskamp werd zaterdag de jaarlijkse zendings- en ontmoetingsdag gehouden. Deze was georganiseerd door de hersteld hervormde gemeente ter plaatse. Sprekers waren ds. B. Reinders, ds. P. de Vries, ds. W. Pieters, ds. H. La
HARSKAMP – Op de legerplaats in Harskamp werd zaterdag de jaarlijkse zendings- en ontmoetingsdag gehouden. Deze was georganiseerd door de hersteld hervormde gemeente ter plaatse. Sprekers waren ds. B. Reinders, ds. P. de Vries, ds. W. Pieters, ds. H. La

Dat zei ds. P. de Vries uit Elspeet zaterdag op de jaarlijkse zendings- en ontmoetingsdag van de hersteld hervormde gemeente van Harskamp, op het legerterrein van legerplaats Harskamp. De zendingsdag werd voor de 22e keer in de openlucht gehouden.

De plaatselijke predikant, ds. B. Reinders, opende de dag met enkele woorden naar aanleiding van Psalm 72. „Is er nog een handvol koren? Een handje vol, wat gering. En al onze akkers deugen niet. Uit ons geen vrucht meer in der eeuwigheid. Maar door de kiemkracht van het eeuwigblijvende Woord van God zal de vrucht ruisen als de Libanon. Zo zien we hoe Gods Woord voortgaat tot de jongste dag.”

Ds. H. Lassche uit Ouddorp sprak over Zacharía 2:1-5. „Veel joden zeiden in de tijd van Zacharía: Je kunt toch ook in Babel God dienen? Het maakt toch niet uit op welke plaats of op welke manier? Ook vandaag zien we die verleiding om van de zuivere eredienst af te wijken. Weinig joden keerden terug. Wat zal dat een verdriet zijn geweest in het hart der vromen!”

De Engel des Heeren zegt tegen Zacharía dat Jeruzalem dorpsgewijze bewoond zal worden, aldus ds. Lassche. „Vanwege de veelheid der mensen en der beesten. Wat een troost voor een volk dat met Asaf heeft leren zeggen: Ik was een groot beest voor U! Als God in ons leven komt, dan worden al ónze muren afgebroken. Dan vergaan al ónze zekerheden. We krijgen de Heere nodig als een vurige muur van rondom, een vurige muur die beschermd én verteert.”

Ds. Lassche wees zijn hoorders ook op het aardse Jeruzalem. „Op een zendingsdag als deze denken we toch ook aan de joden? Is er voor hén dan geen belofte meer? Dat er van de joden nog velen toegebracht mogen worden, want door hen heeft het de Heere behaagd om het Evangelie te verkondingen.”

Na hem sprak ds. W. Pieters uit Garderen, over Psalm 145. „Deze psalm is vol van de lof des Heeren. De dichter heeft goede redenen om deze lofprijzing uit te spreken, net als u en net als ik, ook als de kerk vervolgd wordt.”

De predikant wees de aanwezigen op het feit dat alleen vers 20 een negatieve klank heeft. „Maar dit is geen dissonant of wanklank: wat een heerlijke dag zal het voor alle zendelingen wezen als de goddelozen verdaan zullen worden. Wat een vreugde zal het zijn als de heidenwereld tot God bekeerd wordt.”

Deze verdelging mogen wij, aldus ds. Pieters, ook op een evangelische of een geestelijke manier opvatten. God verdelgt de goddeloze ook in Zijn zaligmakend werk. Hij laat de goddeloze aan zichzelf sterven om hem vervolgens te doen herleven als Gods kind. „Laat het toch ons gebed zijn dat God overal op de wereld nog goddelozen geestelijk wil verdelgen. Want wij zijn allen goddeloos geboren en zullen allen goddeloos verdelgd worden. Gebeurt dit niet op de evangelische manier in Gods barmhartigheid, dan zeker op de andere manier, in Gods rechtvaardigheid. Dat toch ons voortdurend gebed mag zijn: Heere, dood mij door het zwaard van Uw zaligmakend Woord.”

In het middaggedeelte sprak ds. De Vries over Openbaring 1:5 en 6. Jezus Christus is de Overste van de koningen der aarde. Ds. De Vries constateerde dat ieder kind van God vroeg of laat verdrukking kent. „We hoeven de verdrukking niet te zoeken. Sommige christenen staan meer aan het front en anderen meer in de achterhoede, maar iedere christen zal er iets van merken. Maar ons staat een sterke Held terzij. Christus is de Overste van de koningen der wereld. Vrijgekochten door Christus bloed kunnen aftellen tot Zijn komst, totdat het nieuwe Jeruzalem zal neerdalen uit de hemel.”

„Hebben we daar al om leren bidden?” vroeg ds. De Vries. „Hebben we heimwee naar het nieuwe Jeruzalem? Een mens, ook een dominee, bidt in het openbaar zo snel te lang en in het verborgene zo snel te kort.”

Ook ds. H. Zweistra uit Leerbroek sprak over een gedeelte uit Openbaring. „Het kan zo op een christen aankomen: Zou God mijn pad wel kennen? Het pad van de kerk in alle spanningen waarin er alleen maar verliezers zijn? Maar wat een troost: het gaat naar Gods gemaakt bestek. Johannes was ook uit zijn gemeente gehaald en verbannen naar Patmos. Waarom? Om nader onderwijs te ontvangen. Hij mocht blikken op die schare die niemand tellen kan, de bruid van het Lam. En hij mocht die Ruiter op het witte paard aanschouwen, die gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.”

Dát hebben jongeren nodig, aldus ds. Zweistra: de verkondiging dat er Eén is Die regeert, veel meer dan een serie voorschriften.

Over de schare die niemand tellen kan, zei de Leerbroekse predikant: „Mensen vragen: Zal ik mijn vader, mijn vrouw daar weer ontmoeten? Maar het oog zal maar op één Iemand gericht zijn. Tegelijk is het geen anonieme schare. Eenieder daarvan is persoonlijk geroepen. Hier hebben we nog te strijden tegen dat oude ik dat voortdurend weer opduikt. Daar zullen we ervan verlost zijn! Dat maakt gunnend. Dan kun je tegen je omgeving zeggen: Schep maar moed uit mijn behoudenis.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer