„Theologie VU behoort tot wereldtop”
Een internationale commissie heeft het onderzoek van de theologische faculteit van de Vrije Universiteit (VU) beoordeeld als „uitzonderlijk goed.” Het behoort op onderdelen tot de wereldtop.
Dat blijkt uit het onlangs verschenen onderzoeksrapport van de faculteit der godgeleerdheid van de VU.
De VU heeft vorig jaar een commissie van vier vooraanstaande wetenschappers gevraagd het onderzoek te beoordelen. De commissieleden, afkomstig uit België, Schotland en de Verenigde Staten, vergeleek in december 2004 het theologisch onderzoek aan de VU met dat van andere universiteiten binnen en buiten Europa.
De commissie gaf de onderzoeksresultaten van de faculteit een hoge waardering, namelijk tussen 4 (goed) en 5 (uitstekend), op een schaal van 1 tot 5. Dit betekent een verbetering ten opzichte van de vorige evaluatie, over de jaren 1994-1998. Naar het oordeel van de commissie behoort de theologische faculteit in internationaal opzicht tot de wereldtop.
De commissie beoordeelde het onderzoek onder meer op kwaliteit, productiviteit en relevantie. De onderzoeksgroep ”Christelijk geloof: heden en verleden” kwam als beste uit de bus: op alle onderzochte punten scoorde zij goed of uitstekend. Tot de onderzoeksgroep behoren onder meer de afdeling kerkgeschiedenis en het International Reformed Theological Institute (IRTI) van prof. dr. A. van de Beek.
In haar aanbevelingen voor de toekomst onderstreepte de commissie het beleid van de faculteit zoals dat is verwoord in het recent verschenen beleidsplan 2005-2010. Hierin is nadrukkelijk plaats voor verdere nationale en internationale samenwerking met andere wetenschappelijke instellingen. De groei in de richting van een brede, oecumenische, internationaal georiënteerde faculteit reflecteert volgens de commissie „wereldwijde trends.”
Volgens de beoordelingscommissie vervult het theologisch onderzoek en onderwijs „een unieke rol” in de doelstellingen van de universiteit. „De faculteit der godgeleerdheid heeft een speciale rol in het handhaven van het christelijk karakter van de universiteit en verdient daarom warme steun”, aldus de commissie.