Balsem
Hoe onuitsprekelijk is de genade van God in het voorzien van zo’n Medicijnmeester als Christus voor zieke en stervende zielen van zondaren. O, God zij gedankt dat er balsem in Gilead is en een heelmeester aldaar. Dat het voor zondaren niet wanhopig verloren, noch ongeneeslijk is, zoals de staat van de duivelen. Er is slechts één geval uitgesloten van genezing en zo’n geval komt niet voor bij gevoelige en verdrukte zielen. Behalve deze ene zonde tegen de Heilige Geest kunnen alle andere zonden en kwalen genezen worden. Bij die zonde is de wil zo gewond dat hij geen begeerte naar Christus heeft.O, onschatbare genade, dat de ziekste zondaren volkomen genezen kunnen worden. O, welk een barmhartigheid, nooit naar waarde geschat! De Medicijnmeester moet sterven opdat de patiënt mag leven. Niets anders dan het bloed van Christus wordt in de hemel of op de aarde genoegzaam gevonden om ons te genezen. Dit bloed van Christus moet bij vernieuwing worden aangewend bij elke nieuwe wond die de zonde aan een ziel toebrengt.
O, bedenk dit toch, u die zo gemakkelijk toegeeft aan de verzoeking van de satan en denkt zo goedkoop te zondigen. Christus heeft er een hoge prijs voor moeten betalen. Ik vraag u, heeft Christus u genezen door Zijn striemen en durft u Hem zo gemakkelijk opnieuw te doen lijden door uw zonden? Hebt u uw eigen zieke dagen en nachten wegens uw zonden vergeten?
John Flavel, predikant te Darmouth (Een heilige in der daad, 1757)