Politiemensen hadden zich in grote aantallen langs de route verspreid om gewelddadigheden te voorkomen. Toch zagen zij geen kans een man tegen te houden die tussen de voorbijlopende homoseksuelen en lesbischen sprong en een mes trok. Hij verdween in de menigte, maar kon volgens de politie worden ingerekend. Ook hield de politie dertien andere ultraorthodoxe joden aan die de mars wilden tegenhouden.

Aan de mars deden enkele duizenden personen mee. Volgens de politie hadden zich bij de route 200 religieuze demonstranten verzameld. Ze namen borden mee mee leuzen die homoseksualiteit veroordeelden.

De burgemeester van Jeruzalem, Uri Lupolianski, had aanvankelijk geweigerd toestemming te geven voor de mars. Jeruzalem Open Huis, het centrum van de homoseksuelen in Jeruzalem, ging daarop naar de arrondissementsrechtbank van Jeruzalem. Het hof oordeelde dat het de stad Jeruzalem niet toegestaan is te discrimineren op grond van seksuele oriëntatie. De rechter veroordeelde burgemeester Lupolianski tot betaling van 60.000 sjekel (11.000 euro), waarvan hij de helft zelf moet betalen en de gemeente de andere helft. Ook gaf het hof de stad de opdracht te helpen met de voorbereiding van de mars door vlaggen op te hangen met de kleuren van de regenboog.

Jeruzalem Open Huis wilde aanvankelijk in augustus ook World Pride 2005 te organiseren. Het plan om deze tiendaagse internationale homobijeenkomst in Jeruzalem te houden, stuitte op verzet bij de geestelijke leiders van de drie monotheïstische godsdiensten. De organisatoren hebben de conferentie een jaar uitgesteld om deze niet samen te laten valen met de ontruiming van alle nederzettingen in de Gazastrook en vier op de Westelijke Jordaanoever. De politie zal in augustus de handen vol hebben aan de ontmanteling en de protesten daartegen in Israël.