Dat heeft Donner woensdag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.

De ministers denken er daarbij aan een gemengde commissie van Egyptische en Nederlandse ambtenaren in het leven te roepen. Die kunnen dan individuele zaken bespreken en van gedachten wisselen over praktische oplossingen of werkafspraken in kinderontvoeringszaken. Egypte is een van de vele Arabische landen die zich niet heeft aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag uit 1980. Dat geeft de nodige problemen bij het terughalen van de kinderen.

Met twaalf kinderontvoeringszaken is Egypte momenteel het „grootste probleemland”, schrijft Donner. Bot heeft volgens hem tijdens zijn recente bezoek aan Marokko, Algerije en Tunesië ook aandacht gevraagd voor zaken van kinderontvoering.

De Stichting Kinderontvoering telt jaarlijks ongeveer 120 kinderontvoeringen. Het gaat meestal om kinderen uit een internationaal huwelijk die door een van de ouders worden meegenomen naar het land van herkomst, in de meeste gevallen een islamitisch land.

Volgens Donner vinden lokale autoriteiten vaak dat er geen sprake is van kinderontvoering, omdat de vader naar lokaal familierecht in veel gevallen als enige het gezag heeft. Nederlandse ambassades proberen dan via actieve diplomatie achter de schermen tot een oplossing te komen om gezichtsverlies van het andere land te voorkomen.

PvdA-Tweede-Kamerlid Timmer overweegt een initiatiefwetsvoorstel in te dienen om de strafmaat voor internationale kinderontvoering te verhogen van zes naar acht jaar en de voorbereiding ervan strafbaar te stellen. Donner vindt de strafverhoging niet noodzakelijk of wenselijk, omdat de wet al in adequate straffen voorziet. Ook heeft hij geen behoefte aan aanvullende wetgeving, omdat voorbereiding van internationale kinderontvoering al strafbaar is.