Geweld in Irak speelt Open Doors parten
De stichting Open Doors kreeg in de afgelopen twee jaar in Irak te maken met tegenslagen vanwege de onveilige situatie. Desondanks realiseerde de stichting een aantal projecten in het door oorlog geteisterde land.
Open Doors meldt dit in een persbericht. De stichting richtte twee christelijke opleidingscentra op, verspreidde Iraakse kinderbijbels en bracht 10.000 christelijke boeken voor volwassenen het land in. In Koerdistan, het autonome deel van Noord-Irak, ontvangen enkele leden van een pas opgerichte Evangelische Koerdische Kerk kadertraining.
Na de val van het regime van Saddam Hussein, in het voorjaar van 2003, begon Open Doors met een reeks grote en kleine projecten onder de naam ”Hart voor Irak”. Doel hiervan was de kleine christelijke kerk in Irak te versterken.
Concreet zou dat de oprichting van twee christelijke opleidingscentra betekenen, het opzetten van een mobiele kliniek, het invoeren van 50.000 kinderbijbels, 50.000 kleurboeken, training van zondagsschoolleraren, ondersteuning van een veertiendaagse tournee van een Egyptische praiseband en het invoeren van grote aantallen christelijke lectuur, films en andere materialen voor volwassenen.
Het geweld miste echter zijn uitwerking op hulporganisaties niet, stelt de stichting in het persbericht. Door de onveilige situatie moest Open Doors de plannen en het tijdpad aanpassen. De mobiele kliniek kwam er niet, omdat volgens de stichting het risico voor artsen te groot was. „Als ik in dit project stap, word ik binnen een week gedwongen om voor terroristen te werken. Dat is niet bepaald mijn ambitie”, zei een arts.
Ook de training van zondagsschoolleraren en de tournee van de band gingen niet door. Open Doors onderzoekt nu of er hulp kan worden geboden aan plaatselijke artsen bij het opzetten van welzijnscentra.