Kerk & religie

Nog geen gelijk quotum in SoW-kerken

Vooralsnog krijgen de drie Samen op Weg-kerken geen uniforme quotumregeling. De triosynode heeft veel vragen bij het plan en kreeg daar zaterdagmorgen geen duidelijke antwoorden op. Daarom is de besluitvorming uitgesteld.

Kerkredactie
21 May 2002 07:44Gewijzigd op 13 November 2020 23:34

Het was de bedoeling dat met ingang van 1 januari 2003 een quotumregeling zou ingaan die alle gemeenten in de drie SoW-kerken op dezelfde manier aanslaat. Het gaat om drie verplichte bijdragen: een kerkrentmeesterlijk quotum, een diaconaal quotum en een bijdrage aan een nieuw in te stellen Solidariteitskas, de opvolger van de hervormde Generale Kas. Op dit moment zijn er in de verschillende kerken samen negen soorten heffingen.

De discussie zaterdag ging niet over de hoogte van de afdrachten voor het bovenplaatselijke kerkenwerk, maar om de systematiek van de heffing. Uitgangspunt was dat de totale inkomsten van de landelijke kerk gelijk zouden blijven. Maar ook de verschillen in de lasten voor elke gemeente afzonderlijk mogen niet te groot zijn.

Proefberekeningen laten zien dat bij het nieuwe systeem in 2 procent van de gemeenten, „dat zijn er enkele tientallen”, de kosten 50 procent hoger liggen. „Als het dusdanig hoog is, willen we komen praten”, beloofde K. H. A. Zieleman, voorzitter van de generale raad facilitaire zaken (FZ). Verschillende synodeleden wilden echter weten hoeveel gemeenten te maken krijgen met een verhoging van 10, 20, 30 of 40 procent. Ds. J. L. Schreuders (hervormd, classis Bommel): „Tussen de 25 en 50 procent verhoging is ook gigantisch veel.”

Ouderling G. Aaftink (hervormd, classis Almelo) stelde voor dat de afwijking ten opzichte van de huidige situatie maximaal 10 procent naar boven of beneden mag bedragen.

Onder synodeleden leeft de vrees dat vooral gemeenten die veel inkomsten hebben uit levend geld (collectes, vrijwillige bijdragen) slechter af zijn. Ds. P. van der Kraan (hervormd, classis Alblasserdam): „Daar worden we dan voor gestraft.” Hij denkt dat de sympathie voor de generale kas bij een drastische lastenstijging zal afnemen. „We doen alsof we al gefuseerd zijn. We weten toch wel dat er een brok weerstand is. Daar wordt overheen gelopen. Ik ben bang dat het ongeestelijke wapen van het geld een sterk wapen gaat worden. Zijn die kosten ook overrekend?”

De opmerking dat over collectes voor bovenplaatselijk werk niet ook nog eens quotum wordt geheven, riep vragen op. Geldt dit nu ook voor collectes voor aan de kerk gelieerde organisaties? Diaken A. Guijt (hervormd, classis Doorn): „Als dat niet zo is, kan ik dat toch niet verkopen wanneer we een collecte houden voor de HGJB of de IZB.” Hij vermoedt dat een aantal kerkenraden gemeenteleden zal adviseren rechtstreeks een bijdrage over te maken.

En hoe zit het met collectes voor andere stichtingen, zoals Woord en Daad en ZOA? Ds. Schreuders: „Het zou heel erg vreemd zijn dat als we 1000 gulden voor Woord en Daad collecteren, we eerst 35 of 40 gulden naar Utrecht moeten brengen.”

Zieleman wilde voor de verwante organisaties ook wel een uitzondering maken, maar niet voor alle doorzendcollectes. „Dat leidt tot een klein plusje in het percentage.”

De gereformeerde diaken G. van Asselt uit Dronten onderstreepte de voordelen van de regeling voor SoW-gemeenten. Die hebben namelijk met de regelingen van verschillende kerken te maken en moeten daarvoor hun leden uit elkaar houden.

Ook de hervormde ds. M. Oostenbrink uit Zwolle is voor de regeling: „We hoeven mensen niet meer uit te schrijven omdat ze geld kosten.” De huidige heffingen zijn namelijk mede gebaseerd op het ledental van een gemeente.

Ds. G. de Fijter uit Kampen vond de antwoorden van Zieleman op de vragen zo diffuus, dat hij voorstelde te stoppen met de behandeling van de quotumsystematiek. Er bleef te veel onduidelijk.

De gereformeerde synodepreses ds. J. W. Doff drong erop aan wel met de besluitvorming door te gaan -„velen wachten erop”-, maar de invoeringsdatum een jaar op te schuiven tot 1 januari 2004. „Dan is er meer tijd om helderheid te geven.”

Ouderling mevrouw M. Bons-Storm (classis Leiden) poogde met haar idee om de vragenbeantwoording nog een keer over te doen de vergadering nog te redden. „Synodeleden zijn op het verkeerde been gezet door de te korte en bondige bijdrage van Zieleman. Ik voelde kriebels toen ik de antwoorden hoorde op vragen die ik zelf niet eens had. En op veel vragen is geen antwoord gegeven.”

De synodeleden grepen vervolgens het uitstel dat ds. Doff bood aan om dan ook het nemen van het besluit zelf maar op te schorten. Ds. Schreuders: „De tijdsdruk is kennelijk van de ketel. We hebben nu de tijd om alles zorgvuldig voor te bereiden.” Met 100 stemmen voor werd het ordevoorstel van ds. De Fijter aangenomen. Waarschijnlijk spreekt de triosynode in november opnieuw over de invoering van een uniforme quotumregeling.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer