Economie

Vrouwelijke revolutie in landbouw VS

Iedere zaterdag, rond halfacht ’s morgens, hebben zij hun stalletjes klaar. Of zetten gewoon hun vrachtwagen neer, met een paar tafels erbij en bij warm weer een paar parasols. Boeren uit de omgeving van New York die hun producten direct verkopen aan de klant.

Van onze correspondent
29 June 2005 10:32Gewijzigd op 14 November 2020 02:42
NEW YORK – Het is opvallend dat op de wekelijkse ”farmers market” of ”groene markt” meer vrouwen staan dan mannen. „Vrouwen runnen boerderijen tegenwoordig zelf en veel van mijn collega’s hier zijn eigenaars van hun bedrijf”, zegt Cheryl Rogowski. Wekel
NEW YORK – Het is opvallend dat op de wekelijkse ”farmers market” of ”groene markt” meer vrouwen staan dan mannen. „Vrouwen runnen boerderijen tegenwoordig zelf en veel van mijn collega’s hier zijn eigenaars van hun bedrijf”, zegt Cheryl Rogowski. Wekel

Dat is op zich niets bijzonders, maar het is wel opvallend dat er op de ”farmers market” of ”groene markt” meer vrouwen staan dan mannen. Doen de laatsten het werk op de boerderij, terwijl hun vrouwelijke partners de markten afrijden? „Dat was vroeger misschien zo, maar nu niet meer. Vrouwen runnen boerderijen tegenwoordig zelf en veel van mijn collega’s hier zijn eigenaars van hun bedrijf”, zegt Cheryl Rogowski uit Orange County, California. Wekelijks bedient ze acht regionale markten rond New York.

Zij kwam in de jaren vijftig met haar ouders vanuit Polen naar Amerika. Haar vader begon een boerderij die uitsluitend uien produceerde. „Mijn vader was een goede boer en wij konden comfortabel leven van onze boerderij. Toch besloot ik om het anders te doen toen ik de boerderij in 1994 overnam. Vroeger zagen wij namelijk nooit de klanten die onze uien gebruikten en verwerkten. Dat beviel mij niet.”

Cheryl Rogowski begon haar experiment in twee kisten in haar slaapkamer. Daarin plantte zij Spaanse pepers. Die raakte ze op de lokale markt gemakkelijk kwijt. Elf jaar later produceert Cheryl 250 verschillende producten, die zij direct aan haar klanten verkoopt. Dat kunnen huishoudens zijn of restaurants of ’leden’. Je kunt tegenwoordig namelijk lid worden van agrarische bedrijven voor een bepaald bedrag per jaar. Dat garandeert een bepaalde hoeveelheid groenten van hoge kwaliteit.

Paulette Satur begon ook klein. Zij startte met een stukje grond van eenvijfde hectare voor de productie van bessen. „Mijn vader verklaarde me voor gek. Hij dacht dat productie op kleine schaal nooit iets kon opleveren. Hij besefte echter niet hoeveel exclusieve restaurants betalen voor producten van topkwaliteit.” Paulette Satur trouwde met een van haar klanten, chef-kok Eberhard Müller van het restaurant Bayard’s. Haar kwaliteitsbedrijf omvat op dit moment 50 hectare en ze heeft meer dan 45 mensen in dienst.

Zijn het vooral vrouwen die zich concentreren op kwaliteitsproductie in de landbouw? „Ik durf niet te generaliseren, maar een feit is dat het aantal boerenbedrijven afneemt. De grote landbouwcorporaties drukken de kleine bedrijven uit de markt. Tegelijkertijd zie je echter dat steeds meer vrouwen kleine kwaliteitsbedrijven runnen. In 1978 waren er 100.000 zelfstandige boerinnen. Vandaag zijn dat er 250.000. Allemaal professionele bedrijven”, aldus Donald Schaffner, woordvoerder van het ministerie van Landbouw in Washington.

De groei van het aantal zelfstandige landbouwbedrijven geleid door vrouwen viel samen met de groei van het kwaliteitsbewustzijn van de consument. „Vooral hier in het noordoosten van Amerika begonnen ouders, vooral de moeders, zich te interesseren voor de kwaliteit van het voedsel dat zij hun gezin voorzetten. Hoeveel kunstmest was er bij de productie gebruikt? Waren de producten bespoten of niet?” „Op een of andere manier lijken vrouwen subtieler te reageren op zulke zorgen, want je ziet dat veel van de zelfstandige boerinnen zo veel mogelijk natuurlijke productiemethoden volgen”, vertelt Jeff Moyers van het Rodale Instituut in Pennsylvania. Rodale is een bedrijf waar boeren worden getraind in ”organic” (biologische) productiemethoden.

Deze ”vrouwelijke revolutie” in Amerika’s landbouw heeft verrassende gevolgen. Tractorproducent John Deere bijvoorbeeld levert de laatste jaren steeds meer kleine tractoren. „Vrouwen runnen veelal kleinere bedrijven en ook als het om grote bedrijven gaat, is de productie van sommige producten kleinschalig. Daarvoor hebben zij geen megamachines meer nodig, maar handzame machines die op kleinere stukken grond bruikbaar zijn”, aldus woordvoerder Barry Nelson van John Deere.

De meeste vrouwen die boerenbedrijven runnen, komen zelf uit boerenfamilies. Eve Walbrecht is een uitzondering. Zij studeerde milieuwetenschappen aan de universiteit van Harvard bij Boston, Massachusetts, en begon zich daar te interesseren voor kleinschalige, duurzame landbouw. Zij is nu eigenaresse van een bedrijf op Long Island bij New York, haar voornaamste markt.

Ze doet het meeste werk samen met haar man, Chris Kaplan. Hij is de techneut, zij de wetenschapper. „Het is een goede combinatie voor een bedrijf als het onze, dat kennis, zorg én liefde nodig heeft om de kwaliteit op te brengen die onze klanten van ons verwachten”, zegt Eve.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer