Het is alsof De Geus de kerken een beetje terechtwijst. In antwoord op schriftelijke kamervragen van GroenLinks-politica Van Gent laat hij weten dat recent armoedeonderzoek juist laat zien dat „de overheid en de kerk elkaar goed kunnen aanvullen als het gaat om de hulp aan de kwetsbaren in onze samenleving.” De kerken hebben volgens hem „ruimte om persoonlijke aandacht te geven aan individuele mensen in nood”, terwijl de overheid „een sluitend systeem van sociale zekerheid” waarborgt.

De PKN en de Raad van Kerken trokken een heel andere conclusie uit het rapport ”Armoede in Nederland”, dat Kerkinactie, de hulporganisatie van de PKN, onlangs presenteerde. Aan de vaststelling dat diaconieën steeds vaker moeten bijspringen om ouderen, chronisch zieken, eenoudergezinnen en uitkeringsgerechtigden uit de brand te helpen, verbonden zij de conclusie dat het kabinet meer hulp moet bieden. Synodevoorzitter ds. J. G. Heetderks pleitte voor een „substantiële verbetering van de inkomens van de minima.”

Minister De Geus ziet daartoe geen directe noodzaak. De economische recessie heeft voor bijna iedereen geresulteerd in een vermindering van de koopkracht, schrijft hij, maar „minima met kinderen en ouderen zijn er minder op achteruitgegaan dan andere inkomensgroepen.”

Hij is het ook niet eens met de mening van ds. Heetderks dat de overheid faalt om mensen een fatsoenlijk bestaansminimum te garanderen. De nieuwe bijstandswet heeft volgens hem de oude inkomenswaarborg „juist instandgehouden.”

De Geus gaat ook nog in op de klacht van de Voedselbank Nederland dat het aantal afnemers van voedselpakketten is verdrievoudigd tot 12.000. Volgens hem gaat het om een erg diverse groep, waarin zich veel mensen bevinden die zich via geldleningen in de schulden hebben gestoken. Lokale overheden zijn er om in deze schuldenproblematiek te helpen.