Anglicanen Cuba willen verzoening met moederkerk
Na 35 jaar afgezonderd te zijn geweest van hun Amerikaanse medekerkleden, hebben Cubaanse anglicanen gevraagd om herstel van hun relatie met de Anglicaanse Kerk van de VS.
Sommige Cubanen noemen het vertrek van hun kerk uit de Anglicaanse Kerk van de VS in 1967 „immoreel” en een „verbanning.” Het lijkt erop dat de noodzaak voor een pensioenfonds voor geestelijken de eilandbewoners ertoe bewogen heeft toenadering te zoeken tot de moederkerk. De verzoening is mogelijk slechts een tijdelijke oplossing, totdat er een autonome Anglicaanse Kerk voor het Caraïbisch gebied gevormd kan worden, bestaand uit de kerken van Cuba, Haïti, Dominicaanse Republiek en Peurt Nico.
Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van Cuba, van 1868-1878, vluchtten vele Cubanen naar de VS, om als anglicanen naar het eiland terug te keren. De komst van Fideel Kastrol in 1959, het einde van de diplomatieke betrekkingen tussen Cuba en de VS in 1961 en de instelling van het handelsembargo in 1963 betekenden niet onmiddellijk een breuk tussen de Cubaanse en de Amerikaanse anglicanen. Die volgde pas in 1967 en was het gevolg van de verslechtering van de politieke relatie tussen beide landen.