Onafhankelijkheid accountant in gevaar
De nieuwe accountantswet waarover de Tweede Kamer dinsdag een beslissing neemt, zal geen einde maken aan de beursfraudes. De wet is volgens Paul Bosschart AA
wel een ernstige bedreiging voor de onafhankelijkheid van de accountant en voor het voortbestaan van het accountantsberoep. Kern van de Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA) is dat de vergunning voor controlewerkzaamheden van de persoon van de accountant verschuift naar de kantoororganisatie. Gevolg hiervan is dat de onafhankelijkheid van de accountant in gevaar komt. Immers, wil een accountant zijn beroep volwaardig kunnen uitoefenen, dus inclusief het controleren van jaarrekeningen, dan is hij genoodzaakt in dienst te treden bij een kantoor dat over zo’n controlevergunning beschikt. Zo wordt de accountant met handen en voeten gebonden aan een accountantskantoor. De werkgever krijgt daardoor een extra machtsmiddel om de accountant tot een soepeler houding te dwingen, als dat het kantoor beter uitkomt.
De accountant krijgt dus een afhankelijke positie ten opzichte van zijn werkgever. Dit druist in tegen de onafhankelijkheidsregels voor de accountants-administratieconsulenten en de registeraccountants. Onafhankelijkheid is immer een voorwaarde om het accountantsberoep goed te kunnen uitoefenen. De boekhoudschandalen waar de nieuwe wet een antwoord op zou moeten zijn, zijn te wijten aan een gebrek aan onafhankelijkheid. Deze wet is dus contraproductief.
Uitholling
Door in de nieuwe wet alleen de controle te regelen, wordt het accountantsberoep uitgehold. Het overgrote deel van de werkzaamheden van de accountant is dan niet meer wettelijk geregeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor de administratieve dienstverlening, het samenstellen van de jaarrekening en de advisering. Dit verlies aan wettelijke borging dient geen enkel publiek belang. Het is bovendien in strijd met eerdere uitspraken van de Tweede Kamer. In 2002 nam het parlement de motie-Van Baalen aan, waarin werd uitgesproken dat het accountantsberoep „een publiek belang vertegenwoordigt dat verder gaat dan de wettelijke controle.” Daarbij werd aangegeven dat er vanwege het grote belang van de kapitaalmarkt toezicht moet komen op de onafhankelijkheid van de accountants die wettelijke controles uitoefenen bij organisaties van openbaar belang. Behalve beursgenoteerde bedrijven zijn dit ook banken en verzekeraars.
De WTA gaat niet in op deze wens, maar leidt tot een herziening van het accountantsberoep, waardoor met name de accountants in het midden- en kleinbedrijf op termijn lijken te worden afgeschaft. Dat is schadelijk voor de ondernemers in het mkb. Deze ondernemers raken door het wetsvoorstel de garantie kwijt op de kwaliteit van de dienstverlening door de accountant. Ook de transparantie en de rechtszekerheid over de juistheid van informatie nemen hierdoor af. Daarmee wordt het voor ondernemers moeilijker krediet te krijgen bij financiële instellingen.
Ontoereikend
Het probleem moet daarentegen worden aangepakt waar het ligt. Het is juist het gesjoemel van de managers bij grote ondernemingen zoals Enron, Ahold en Parmalat die het vertrouwen van het publiek in afgegeven accountantsverklaringen ernstig hebben geschaad. Strenger toezicht is dan ook nodig op accountants die werkzaam zijn voor beursgenoteerde bedrijven. Tegelijkertijd moeten de regels voor deze accountants worden aangescherpt. Want het wetsvoorstel levert geen bijdrage aan het voorkomen van fraude bij beursgenoteerde ondernemingen. Wat nodig is, is een verbod op de combinatie van controle- en advieswerk bij een beursgenoteerde onderneming door hetzelfde accountantskantoor. Bij bovengenoemde voorbeelden ging het immers mis omdat accountants bij een en hetzelfde bedrijf zowel adviseur als controleur waren. Ook een benoeming voor een vaste periode, een verplichte wisseling van accountantskantoor na zeven jaar en openbaarmaking van de controlefee in het jaarverslag van de beursgenoteerde onderneming zijn doeltreffende maatregelen. Helaas staan die niet in de nieuwe wet.
Wanneer de WTA beperkt wordt tot toezicht van de AFM (Autoriteit Financiële Markten) op accountants die controles van beursgenoteerde ondernemingen verrichten, richten de maatregelen zich op die bedrijven waar de problemen zich voordoen. De belangen van het mkb en het accountantsberoep worden dan niet geschaad. De accountants blijven dan onderworpen aan het onafhankelijk toezicht zoals dat door de openbare lichamen Novaa en Nivra tot ieders tevredenheid is geregeld.
Europa
Dat voorkomt ook dat Nederland uit de pas gaat lopen met de rest van Europa. Door de nieuwe wet ontstaat een ongewenst tweedeling binnen de accountantswereld: accountantskantoren mét en accountantskantoren zonder controlevergunning. Daarmee neemt Nederland in de Europese Unie een uitzonderingspositie in. En dat juist op het moment dat de Europese Unie spreekt over een herziening van de Europese richtlijn voor accountants. In het kader van de Europese harmonisatie kan Nederland zich beter aansluiten bij de herziening van deze Europese richtlijn dan nu met afwijkende regels te komen.
De auteur is voorzitter van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (Novaa).