GKV nemen nog geen besluit over kerkmuziek
De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), bijeen in Amersfoort, heeft zaterdagmorgen nog geen besluit kunnen nemen over het rapport kerkmuziek. De bespreking wordt in september voortgezet.
„Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, maar er zal nog heel wat gebekt worden voordat er gezongen wordt”, zei ds. Joh. A. Schelling (Venlo), rapporteur van deputaten kerkmuziek, schertsend. „We moeten uit de 488 vrijgegeven liederen een evenwichtige bundel samenstellen.”
Met de bespreking van het rapport van deputaten kerkmuziek, met de titel ”Looft God om Zijn uitbundigheid”, werd begin deze maand een begin gemaakt. De generale synode van Berkel en Rodenrijs (1996) stelde het deputaatschap kerkmuziek in. Drie jaar eerder had de synode van Ommen besloten te komen tot een nieuwe gezangenbundel.
Deputaten vragen de huidige synode te besluiten om verder te werken aan de uitgave van deze bundel. Ze leggen de synode 120 liederen ter goedkeuring (in eerste lezing) voor: 60 liederen uit het Liedboek voor de kerken, 20 uit eigen kring en 40 uit andere bronnen. De bedoeling is dat de synode van 2008 de bundel in eerste lezing vaststelt en die van 2011 dat in tweede lezing doet.
Het moet een ’brede’ bundel worden, aldus deputaten. Volgens hen is de tijd tot 2011 nodig om tot een goed resultaat te komen. „Het project heeft vanaf het begin het karakter van een inhaalslag. Daarnaast hoeven niet alle vrijgegeven liederen in alle kerken en door alle kerkleden geoefend, gekend en gewaardeerd worden. De kerken geven samen een gezangenbundel uit, rekening houdend met verschillen tussen kerkleden.”
Deputaten willen „voorzichtig” een besluit nemen, zo schrijven zij in een toelichting op het rapport. „Wij zijn ons ervan bewust dat dit project zo groot is dat het lang niet door alle kerken en kerkleden kan worden bijgehouden. We werken immers aan een project dat diep ingrijpt in de eredienst.”
Zij verwachten dat de rust in de kerken „naar alle waarschijnlijkheid” pas weerkeert als de bundel is vastgesteld en de kerken „gaandeweg een vorm vinden om er gebruik van te maken zoals bij elke kerk past.” Het project heeft een open einde. Ook na uitgave van een nieuwe bundel moet er volgens hen ruimte blijven voor het goedkeuren van nieuwe liederen en het vrijgeven daarvan voor het gebruik in de eredienst.
In de eerste gespreksronde gaf ds. H. van den Berg (Berkel en Rodenrijs) namens de commissie Holland-Zuid een toelichting op de revisieverzoeken over het rapport van de deputaten voor kerkmuziek. „We beseffen dat het een gevoelig dossier is. Velen in den lande kijken vandaag naar ons. Wat zou de synode gaan besluiten? De een vindt dat er te veel gezangen zijn, de ander wil andere gezangen. In dat spanningsveld verkeert de synode.”
De synode heeft inmiddels „honderden brieven” ontvangen met bezwaren tegen het rapport kerkmuziek. Zo stuurde de gkv van Rijnsburg vorig jaar niet minder dan veertien brieven. Volgens de gemeente van Hardenberg-Centrum is het aantal bezwaren zo groot „dat er geen sprake kan zijn van sámen de Heere loven.”
Bij de bespreking van het rapport van deputaten gaf ds. Schelling aan dat in de praktijk veel gemeenten zingen uit het Liedboek voor de kerken en de Opwekkingsbundel. „Het is daarom van belang dat we antwoord geven op de vraag welke liederen er wel of niet gezongen mogen worden.” „U bent daar dus al uit”, reageerde ds. T. Wendt uit Assen. „Het is dus niet meer de vraag óf er evangelicale liederen gezongen mogen worden.”
Ds. L. E. Leeftink (Nijmegen) pleitte voor meer evangelische liederen „omdat de kerken het meest met een brede bundel zijn gediend.” Zijn oproep vond steun bij ds. R. R. Roth uit Breda, die deputaten vroeg bij de selectie voor de zangbundel de voorkeur te geven aan liederen met een eigentijds karakter. Ouderling A. Flipse (Middelburg) was terughoudender. „We moeten opwekkingsliederen niet negeren, maar ons ook realiseren dat het om een tijdsverschijnsel kan gaan.”
Het tijdpad voor invoering van de nieuwe zangbundel stuitte eveneens op bezwaren. Ouderling A. van Hoffen (Emmen) pleitte voor een periode van bezinning en heroriëntatie. „Laten we trein die in Berkel in gang is gezet niet op de automatische piloot laten doorrijden.” Hij stelde voor nog geen besluit te nemen, maar de komende drie jaar te gebruiken voor een goede afweging.
Ds. J. J. Schreuder (Spakenburg) is wél voorstander van een spoedige afronding van het rapport kerkmuziek. „Alstublieft geen time-out. Ik zou volop willen doorstomen naar 2011.”