Onrust in ChristenUnie over dramatisch verlies
De dramatische terugval van de ChristenUnie zorgt binnen de partij voor onrust. Al te gemakkelijk leggen partijbestuur, lijsttrekker en overige kandidaten de schuld bij de kiezer, menen sommigen. Anderen doen zelfs een dringend beroep op het partijbestuur om op te stappen. Maar de leden die de partijtop steunen, lijken ver in de meerderheid.
Verliezers worden in de politiek snel afgeserveerd. De CDA’er Brinkman moest zich in 1994 niet direct, maar wel na enkele maanden terugtrekken als partijleider. Deze week ruimden Melkert en Dijkstal semi-vrijwillig het veld. Wie verliest, heeft het dús fout gedaan, is de keiharde wet van het Binnenhof.
De kleine christelijke partijen zijn er altijd nog aardig in geslaagd aan die wet te ontsnappen. Maar een beetje gaat de ChristenUnie wel op de groten lijken, nu na een campagne van hoopvol verwachten de partij maarliefst 20 procent van haar kiezers zag vertrekken. Na de grote partijen krijgt nu ook de ChristenUnie last van (weg)zwevende kiezers. Dag Slob, dag Stellingwerf, dag Van Middelkoop. Bedankt voor al uw zwoegen en slaven, maar we hebben u niet meer nodig.
Geen wonder dat de partijtop in haar eerste reacties de externe factor benadrukte die het verlies zou verklaren, te weten de door Fortuyn opgeroepen sfeer in maatschappij en politiek. Christenen zouden in deze onzekere dagen vooral strategisch hebben gestemd om voor alles het CDA tot grootste partij te maken. Kamerlid Van Dijke ging in zijn oordeel nog een stapje verder: „Ik voel me in de steek gelaten door christelijk Nederland.”
Maar dat gaat andere partijleden net even te snel. Uit ingezonden brieven in het Nederlands Dagblad (ND) en uit E-bate, het digitale medium van de ChristenUnie-jongeren, blijkt dat er in de partij heel wat onrust heerst over de manier waarop campagne is gevoerd, op de kandidatenlijst en op de lijsttrekker. „Laten we alsjeblieft proberen kritisch naar onszelf te kijken. We kunnen toch fouten gemaakt hebben? Om de achterban de schuld te geven van dit verlies, is veel te gemakkelijk”, mailt ’JoJo’ naar de redactie van E-bate.
Wat zou er zoal fout gegaan kunnen zijn? De ChristenUnie heeft zich onvoldoende naar buiten toe gepresenteerd, vindt ’frankv’. „Als de CU in Groningen een avond houdt in het Gomarus College (geref. vrijg. school) kun je erop rekenen dat daar alleen christenen op af komen.”
De ChristenUnie heeft de afgelopen tijd veel te weinig gedaan aan partijvernieuwing, vindt Roel Freeke, politicoloog en raadslid in Utrecht. „De eerste drie gekozen kandidaten lopen al acht jaar rond in de Haagse politiek. Er stonden geen jongeren en geen vrouwen op verkiesbare plekken. De partij heeft geen zicht op de kwaliteiten die zich onder de leden bevinden.”
Maar het debat gaat niet alleen over de vorm, maar wel degelijk ook over de inhoud van de campagne en de standpunten. „Toen ik Kars Veling op een bijeenkomst voor studenten vroeg welke drie punten hij sowieso mee wilde nemen in een eventueel kabinet, wist hij niets te zeggen. Jammer, dacht ik toen, en ik besloot mijn stem niet aan hem te geven”, stelt iemand in zijn e-mailreactie.
Nelleke Vermeer uit Nijkerk, geïnterviewd door het ND: „Ik heb op de SGP gestemd. Dat Veling zei dat hij geen problemen ziet in het kopen van een ijsje op zondag, heeft de doorslag gegeven. Zodra leiders in het openbaar aangeven dat zulke regels voor hen niet zo tellen, begint de afval.”
De kritiek richt zich ook op de lijsttrekker. „Hij beschikt over intellect en eruditie, maar een politiek dier is hij nooit geweest. Hij heeft het gedachtegoed van de ChristenUnie niet goed weten te verkopen.” Toch krijgt degene die voorstelt dat Veling moet terugtreden, weinig bijval. „Veling heeft het goed gedaan. Hem valt het verlies echt niet aan te rekenen”, is de teneur van zeer veel reacties.
En het partijbestuur? Dat moet meteen opstappen, haalt Freeke uit. „Eerdere kritiek op de lijst is door het bestuur genegeerd en geneutraliseerd. De kritische geluiden werden bewust verzwegen. Dus, bestuur: maak plaats voor de noodzakelijke vernieuwing en stap nu op”, schrijft het ’enfant terrible’ van de CU in een opiniestuk in het ND.
Partijvoorzitter Van Daalen is dat niet van plan. „Ik ben het er niet mee eens dat wij signalen genegeerd hebben. Dat de kandidatenlijst geworden is zoals hij geworden is, daarvoor waren allerlei zeer goede redenen. Bij de start van de nieuwe partij wilden we opgebouwde ervaring benutten. We hebben heel bewust voor Veling gekozen en hij heeft wat mij betreft waargemaakt wat ik van hem verwachtte.”
Natuurlijk kreeg Van Daalen tijdens de campagne kritische vragen, „maar de positieve sfeer overheerste royaal. Als je dat koppelt aan een forse ledengroei en een goede stand in de peilingen, kun je ons niet verwijten dat we verblind waren. Wie toch kritiek op ons houdt moet dat maar laten weten via de officiële kanalen, bijvoorbeeld het Uniecongres in het najaar.”