Opiniepeilingen duiden erop dat de Amerikanen steeds minder moeten hebben van Bush’ Irak-beleid. De laatste cijfers zijn zo negatief, dat zelfs sommige van zijn eigen Republikeinse partijgenoten openlijk aandringen op een exit-strategie, om de kiezer duidelijk te maken dat het eind in zicht is van Amerika’s militaire engagement in Irak.

„Het is duidelijk dat wij in Irak tegenover een vijand staan die ons weg wil hebben; die vijand ziet dat wij slagen in onze opzet om Irak te democratiseren. Wij zullen die vijand beslist niet stimuleren door ons vertrek aan te kondigen”, aldus Bush. Hij werd bijgevallen door premier al-Jafaari. „Het vertrek aankondigen van buitenlandse troepen in Irak, zou door de gewapende oppositie worden opgevat als een teken van zwakte”, aldus de Iraakse premier.

Volgens al-Jafaari kan men eind augustus rekenen op het ontwerp voor een nieuwe Iraakse grondwet. Die zou dan goedgekeurd moeten worden via een algemeen referendum. Al-Jafaari’s bezoek aan de VS is onderdeel van een campagne van de Amerikaanse regering om steun te werven voor Amerika’s inspanningen in Irak. Het publiek is niet alleen verontrust door de dagelijkse meldingen over Amerikaanse militairen die omkomen, maar het parlement heeft ook al vragen gesteld over de vordering van Iraks wederopbouw, waaraan miljarden aan Amerikaanse belastingdollars zijn uitgegeven.

President Bush ontkende gisteren dat Amerika in Irak verzeild is geraakt in een politiek moeras zoals indertijd in Vietnam. Volgens vice-president Dick Cheney loopt de gewapende opstand in Irak „op z’n laatste benen.”

Dat werd donderdag niet bevestigd door generaal John Abizaid, de commandant van Amerika’s troepen in het Midden-Oosten. Deze verklaarde tegenover de commissie defensie van de Senaat dat er momenteel in Irak meer buitenlandse strijders tegen Amerikaanse en coalitietroepen vechten dan zes maanden geleden.