ID en EO
Minister Van der Hoeven van Onderwijs heeft met haar suggestie om een debat te houden over de vraag of Intelligent Design een plaats in het onderwijs verdient naast de evolutietheorie, een behoorlijke steen in de vijver gegooid. De rimpelingen van het water zijn waarneembaar niet alleen in het parlement, maar zeker ook binnen christelijke kringen.
En soms dreigen de rimpelingen aan te zwellen tot golven. Helaas juist binnen de christelijke kring.Het besluit van deze krant om een debat te organiseren over de vraag ”Schepping of evolutie?” was voor EO-voorman Andries Knevel aanleiding om zijn verbazing uit te spreken over het feit dat bij dit debat „geen echte creationisten” optraden. Dat zou erop wijzen dat bij de achterban van het Reformatorisch Dagblad, of in ieder geval bij de redactie van deze krant, de opvattingen aan het schuiven zijn. Jammer was dat Andries de redactie van „zijn krant” niet even had gebeld om vooraf te vragen hoe het precies zit. Maar goed, de dingen lopen nu eenmaal zo.
Het RD heeft het debat van aflopen maandagavond, bijgewoond door bijna 1300 mensen, bewust georganiseerd rondom de vraag die de minister zelf heeft opgeworpen: Is het terecht dat in onderwijs en wetenschappelijk onderzoek alleen ruimte lijkt te bestaan voor de evolutietheorie? Hoe wetenschappelijk is de evolutietheorie, hoe onwetenschappelijk is Intelligent Design (ID)? Dat, en niet meer of minder, was het onderwerp van de discussie!
Dat veel aanhangers van ID geen moeite hebben met een miljarden jaren oude aarde, is de redactie genoegzaam bekend. Dat bleek ook bij het debat. Toch kunnen creationisten die Genesis 1 letterlijk nemen, hun winst doen met de gezichtspunten die ID’ers aanreiken. Door de huidige discussie zijn verstokte evolutionisten op de vingers getikt en is opnieuw duidelijk geworden dat zij ook een geloof nodig hebben om overtuigd te blijven van hun theorie.
Tegelijkertijd is door de vele reacties gebleken dat er ook binnen de kring van creationisten de laatste decennia forse verschuivingen zijn geweest. Daar willen we de komende tijd aandacht aan geven. In september staat een RD-studiedag op de agenda waar we uitgebreid ingaan op de verschillende interpretaties van Genesis 1. Maar dat was niet het punt waarover we maandag jongstleden in Utrecht hebben gepraat. Kortom, Knevel trekt te snel een conclusie.
Omgekeerd maakte EO-directeur Hagoort deze week in zijn weblog het RD het verwijt onjuiste conclusies te trekken over het standpunt van zijn collega Knevel ten aanzien van de schepping. En zo worden rimpelingen golven. Wat is de kwestie? Knevel deed bij de presentatie van het boek over ID aan minister Van der Hoeven een knieval voor de wetenschap en zei afscheid genomen te hebben van het klassieke creationisme: „Het gegeven dat de aarde 6000 jaar oud is, kan ik niet meer combineren met gegevens uit de kosmologie. Ik ga ervan uit dat het heelal 13,7 miljard jaar oud is.” Liever hadden we daar geen melding van gemaakt, maar aan de andere kant voelen we het als onze taak om aan te geven welke verschuivingen er, ook bij de EO, optreden.
Voorzichtig en bewogen wees een RD-collega Knevel op zijn verantwoordelijke positie en stelde hij de vraag of iemand op die plek ongestraft zulke uitlatingen kan doen. Niet om aan te dringen op zijn vertrek, maar juist om hem tot inkeer op te roepen.
Het gaat er ons ook niet om de EO hiermee zonder meer af te schrijven. Zeker niet. Ondanks de duidelijke verschillen tussen de omroep en het RD, voelen we op een aantal punten verwantschap. Dat is onder andere steeds het geval geweest bij de kritische houding ten aanzien van het evolutionisme. En daarom doet een koerswijziging van het ’gezicht van de EO’ ons intens verdriet.
De opmerkingen van de RD-collega schoten Hagoort in het verkeerde keelgat, waarop hij het RD „angstgeloof” en „verstarring” verweet. Nu is het niet vreemd dat, waar de een de ander verwijt onverantwoord op te schuiven in zijn opvattingen, het omgekeerde verwijt klinkt van „de aansluiting met de tijd waarin ze leven (en dus ook met de volgende generaties) te verliezen.” Zo’n reactie is voorspelbaar, maar is ze ook terecht?
De tijden zijn fundamenteel veranderd, zegt Hagoort. En de EO verandert mee, zo blijkt. Ook het RD verandert: deze krant ziet er anders uit dan de exemplaren uit 1971. Soms moet je veranderen om gelijk te blijven, zeggen we hier wel eens tegen elkaar.
Maar op een aantal punten zijn we inderdaad star, en daar schamen we ons niet voor. Dat is waar het onze beginselen raakt. Die passen we niet zomaar aan vanwege theorieën van wetenschappers - en al helemaal niet als die meer dan ooit omstreden zijn. Juist de discussie rond ID geeft aan dat de claims van de meerderheid van de wetenschappers niet bepalend moeten zijn voor onze visie.
Wij kunnen niet alles rond het ontstaan van de aarde verklaren. Dat hoeft ook niet. Ons past kinderlijk, eenvoudig geloof. Ook als het om de schepping gaat. En dat we met die starre opstelling toch de aansluiting met volgende generaties niet verliezen, blijkt uit het feit dat 57 procent van de bezoekers van de debatavond jonger was dan 30 jaar.
W. B. Kranendonk