„Moord in Kasjmir was koelbloedig”
De twee Eindhovenaren die in januari in Kasjmir om het leven kwamen, zijn in koelen bloede vermoord. Eerdere berichten dat de mannen militairen met vleesmessen hadden bedreigd kloppen niet. De soldaten zouden de messen zelf na de moord bij de slachtoffers hebben neergelegd. Dat zeggen ooggetuigen in het televisieprogramma Zembla vrijdagavond.
De 21-jarige A. el Bakiouli en de 20-jarige K. el Hassnoui vertrokken vorig jaar december naar India. Familie en vrienden wisten van niets. Op 13 januari werden ze in Srinagar in Kasjmir doodgeschoten door de grenspolitie (BSF). Volgens de BSF vielen de Nederlanders zonder aanleiding onschuldige toeristen en grensbewakers met messen aan.
Verschillende ooggetuigen verklaren echter dat BSF-soldaten eerst een pistool in de broekzakken van de twee stopten en die later verwisselden voor messen. De soldaten wikkelden verband om hun eigen hoofd en armen om de indruk te wekken dat de Eindhovenaren hen hadden aangevallen.
Eerder meldden ooggetuigen al dat de Nederlanders een vrouw te hulp waren geschoten die werd lastiggevallen door BSF-agenten. De ruzie die daarop volgde, kostte hen het leven.
De eigenaar van de hotelboot waar de jongens verbleven, vertelt dat de militairen bewijzen hebben vervalst. Toen ze de kamer op de boot doorzochten, kwamen ze met een droge verpakking van een keukenmes aan die onder de plankenbodem van het bed zou liggen. Aangezien er op die plek altijd water stond, was het volgens hem onmogelijk dat die verpakking daar droog uitkwam.
Wat het motief van de Eindhovenaren was om naar Kasjmir te reizen, blijft de vraag. Volgens terrorisme-expert R. Gunarathna van de Schotse St. Andrews University is het zo goed als zeker dat de jongens, die gelovige moslims waren, zich wilden aansluiten bij een extreem islamitische organisatie zoals bijvoorbeeld de Taliban of al-Qaida.
De Indiase minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Jammu en Kasjmir, Suharwardhy, kondigde na de dubbele moord een onderzoek aan. Maar daarvan is tot nu toe tot nu toe weinig terechtgekomen, blijkt uit de documentaire. Volgens het hoofd van de politie is het onderzoek aan de Nederlandse ambassade in Delhi beschikbaar gesteld. Die zegt echter nooit iets te hebben ontvangen.