Economie

Niks mis met Hollandse tomaat en paprika

Buitenlandse concurrentie is moordend voor de Nederlandse tomaten- en paprikatelers. Nieuwe afzetmarkten aanboren, vraaggericht produceren en kwaliteit leveren, blijken noodzakelijke overlevingsstrategieën. Een belangenbehartiger, zoals telercoöperatie FresQ in Maasdijk, helpt daarbij.

Jaap Kanters
22 June 2005 09:40Gewijzigd op 14 November 2020 02:40
MAASDIJK – Directeur J. van de Sluis van telerscoöperatie FresQ in Maasdijk. „FresQ heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. Een glasteler kan zomaar niet lid worden van de coöperatie. We zijn nogal kieskeurig. Telers moeten gecertificeerd zijn volg
MAASDIJK – Directeur J. van de Sluis van telerscoöperatie FresQ in Maasdijk. „FresQ heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. Een glasteler kan zomaar niet lid worden van de coöperatie. We zijn nogal kieskeurig. Telers moeten gecertificeerd zijn volg

FresQ is een samenwerkingsverband van zo’n 95 producenten van groenten onder glas. Doel van de coöperatie is door intensieve samenwerking en marktgericht ondernemen een optimale marktpositie te creëren. De leden komen voornamelijk uit het Westland en de kustprovincies. Ze verdienen hun brood met het telen van tomaten, paprika’s, aubergines, pepers of komkommers.

„We zijn voornamelijk een afzetorganisatie”, zegt directeur J. van de Sluis in zijn kantoor in Maasdijk. „We werken met tien afzonderlijke afzetbedrijven die voor de leden de boer op gaan. Elk segment, ieder bedrijf vertegenwoordigt een productsoort en probeert de markt te veroveren.”

Door deze handelwijze hoeft de teler de deur niet uit. Hij kan zich volledig richten op de productie van zijn cherrytomaat of puntpaprika. Van de Sluis legt uit hoe de segmentbedrijven te werk gaan. „Met een kleine supermarkt kun je bespreken hoeveel deze van een productsoort wil afnemen. Daar kun je vervolgens een teler bij zoeken die dat levert. Ook grootwinkelbedrijven worden benaderd, maar dat moet je als teler wel zien zitten. Belangrijk is dat producten schapklaar worden geleverd.”

Medewerkers van FresQ spelen constant in op wat de markt vraagt. „Vroeger werden vooral productietomaten verhandeld. De kritiek was dat die naar water smaakten. Grootwinkelbedrijven wilden toen liever een smaaktomaatje. Dus moet je je productie op die vraag afstemmen. Vandaar dat er nu veel tros- en cherrytomaten in de schappen liggen.”

FresQ heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. Een glasteler kan niet zomaar lid worden van de coöperatie. „We zijn daarin nogal kieskeurig”, stelt Van de Sluis. „Telers moeten gecertificeerd zijn volgens Europese normen voor de voedselveiligheid of hieraan op korte termijn voldoen. Bovendien moet de teler binnen de cultuur van de glastuinbouw passen.”

Eendagsvliegen worden niet getolereerd. „Belangrijk is dat een aspirant-lid over twintig jaar nog steeds teler is. Bovendien moet hij willen investeren om zijn afzetmogelijkheden te vergroten. Het moet dus een blijvertje zijn.”

Belangrijk onderdeel in de handelsketen is FresQ-Net, een geavanceerd automatiseringsysteem. „Hierop worden onder meer aanvoerprognoses vermeld. De teler geeft een week vooraf zijn oogst door. Onze verkoopbedrijven kunnen daarop aansturen richting de grootwinkelbedrijven.”

FresQ verrees twee jaar geleden uit het as van twee andere telerscoöperaties: Collectieve Telersvereniging Rainbow (CTR) en Quality Queen. Deze verenigingen ontstonden eind jaren negentig als protest tegen de grootschaligheid van The Greenery. „Bij The Greenery moesten telers maar afwachten hoeveel hun tomaat opbracht. Dat is bij FresQ wellicht hetzelfde, maar telers hebben bij ons meer inzicht in de transparante productiegang. Bovendien hebben ze meer inspraak in de afzet.”

Hoewel FresQ met een jaaromzet van 215 miljoen euro in 2004 na The Greenery de grootste afzetorganisatie is voor de sector, is de kleinschaligheid de drijvende kracht achter het succes, meent Van de Sluis. „We beleggen maandelijks een vergadering voor leden. Daar komen ongeveer dertig tot veertig leden op af. Dat is beter te behappen dan bij The Greenery, waarbij zo’n 1000 telers zijn aangesloten. Onze leden hebben het gevoel meer betrokken te zijn bij hun product.”

Hoewel de concurrentie uit voornamelijk mediterrane landen moordend is, hebben de Nederlandse tomaat en paprika in kwaliteit nog steeds een straatlengte voorsprong, beweert Van de Sluis. „Onze producten zijn gewoon beter”, zegt hij stellig. „Op het gebied van biologische bestrijdingsmiddelen legt een land als Spanje het af. Ook zijn de controles in het buitenland minder scherp. Doordat dergelijke landen meer gebruikmaken van chemische bestrijdingsmiddelen kunnen ze goedkoper produceren. Consumenten weten dat vaak niet.”

Ook moet Nederland op zijn hoede zijn voor ontwikkelingen in Oost-Europa. „Met name een land als Polen komt enorm op. Er heerst daar een uiterst gemotiveerd ondernemersklimaat. Bovendien liggen de lonen daar lager. Ook in Marokko gebeurt veel.”

FresQ houdt alle ontwikkelingen op het gebied van wetten en milieuregelgeving in de peiling en informeert haar leden daarover. Daarnaast probeert de telercoöperatie het imago van de glasbouwteelt op te krikken. Dat kwam de laatste decennia onder druk door onderwerpen zoals lichtuitstoot, groot energieverbruik en het ruimtebeslag door glas.

„Het irriteert ons dat consumenten denken dat we ruimhartig met chemische bestrijdingsmiddelen werken. De gifspuit komt bijna de kas niet meer in.” Om het imago te verbeteren, worden steeds meer kijkdagen georganiseerd. „”Kom in de kas” is daar een prachtig voorbeeld van. Bovendien zet de overheid in het Westland steeds meer in op glastuinbouw in plaats van op toerisme.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer