Tadic niet welkom bij herdenking Srebrenica
De leden van de vereniging ’Moeders uit Srebrenica en Podrinje’ zijn tegen de komst van de president van Servië, Boris Tadic, naar de dodenherdenking op 11 juli in Potocari bij Srebrenica. In een verklaring stelt de vereniging, een van de drie organisaties van nabestaanden van slachtoffers van de massamoord in juli 1995, dat de aangekondigde komst een „welbewuste provocatie aan het adres van de familieleden van de doden en vermisten" is.
De vereniging beschuldigt de Servische president er van dat hij met zijn komst slechts wil demonstreren dat Srebrenica onderdeel is van het heilige Servische land „uit naam waarvan een afschuwelijke genocide is gepleegd".
Alle familieleden van de slachtoffers worden opgeroepen Tadic en de andere ongewenste gasten de toegang tot het herdenkingscentrum in Potocari te ontzeggen. Tadic had eerder laten weten naar de herdenking te zullen gaan om er te knielen voor de slachtoffers.
In een reactie benadrukte een woordvoerder van de president dat deze uit eerbied voor de onschuldige slachtoffers naar de herdenking gaat en dat hij daartoe officieel is uitgenodigd door het driekoppige presidium van Bosnië–Herzegovina.
Forensische deskundigen beëindigden maandag de werkzaamheden aan een massagraf bij Srebrenica. Murat Hurtic, een lid van de bij de opgravingen betrokken Moslim–Kroatische Commissie, zei tegen het Franse persbureau AFP dat de geraamten van 240 slachtoffers zijn blootgelegd. Hurtic zei dat geen hele skeletten zijn gevonden, maar alleen delen daarvan.
Volgens Hurtic lagen de beenderen eerst in een ander massagraf, maar werden ze later naar een andere plaats overgebracht door de Bosnische Serviërs om de moorden te verdoezelen.