Sudanese regering tekent verdrag met oppositie
De regering van Sudan heeft zaterdag in Egypte een verzoeningsverdrag getekend met de Nationale Democratische Alliantie (NDA), een coalitie van dertien voornamelijk noordelijke oppositiepartijen die de regering hebben bestreden sinds president Omar al-Bashir in 1989 via een militaire staatsgreep aan de macht kwam.
In de jaren ’90 hebben militaire vleugels van de verschillende NDA-facties in het oosten van Sudan tegen het regeringsleger gevochten en sabotage gepleegd, maar de laatste jaren beperkte de groep zich tot politieke oppositie.
„We hebben onze doelen gelijkgesteld om de bevolking van Sudan te compenseren voor alles wat zij heeft misgelopen in de periode van conflicten”, zei Al-Bashir in Cairo, waar het verdrag in aanwezigheid van de Egyptische president Hosni Mubarak werd getekend.
Twee moeilijke onderhandelingspunten zijn buiten het akkoord gehouden en moeten nog verder worden besproken: de omvang van de vertegenwoordiging die de NDA krijgt in een nieuwe regering waarin ook de SPLA zitting neemt en hoeveel van haar gewapende leden in het nieuwe leger worden opgenomen. De NDA wil een vertegenwoordiging van 33 procent in plaats van de aangeboden 14 procent.
In januari sloot de regering van Al-Bashir al een vredesovereenkomst met de zuidelijke rebellengroep SPLA, waardoor er een eind kwam aan 21 jaar bloedige burgeroorlog. Dat er nu opnieuw een conflict is bedwongen, zal hopelijk bijdragen tot een snelle oplossing van het conflict in de westelijke regio Darfur, waar in korte tijd zeker 180.000 mensen zijn omgekomen en 2 miljoen op de vlucht gejaagd. De NDA heeft gezegd dat zij en de SPLA invloed hebben op de rebellen in Darfur en kunnen helpen bij vredesbesprekingen met de regering.
De enige groep die net als de rebellen in Darfur nog geen overeenkomst met de Sudanese regering heeft gesloten is de Umma Partij van Sadeq al-Mahdi, de gekozen premier die in 1989 door Al-Bashir aan de kant werd geschoven.