Rechter Utrecht legt proces HHK/PKN stil
De rechtbank in Utrecht heeft besloten de zogenaamde ”verklaring voor recht”-procedure tot oktober 2006 stil te leggen. De rechter wil eerst wachten op de uitspraak in een door de HHK aangespannen hoger beroep tegen een tussenvonnis in deze rechtszaak.
Dat heeft het hoofd van de afdeling juridische zaken van de Protestantse Kerk in Nederland, mevrouw mr. T. M. Willemze, vrijdag bekendgemaakt op de kleine synode van de PKN, die vergaderde in Utrecht. „We hebben gisteren bericht gehad dat de rechter besloten heeft om de ”verklaring voor recht”-procedure uiterlijk in oktober 2006 te hervatten. Als de uitspraak in het hoger beroep eerder gedaan wordt, zal de bodemprocedure waarschijnlijk eerder hervat worden.”
In de ”verklaring voor recht”-procedure vragen enkele tientallen gemeenten van de Hersteld Hervormde Kerk de rechter uit te spreken dat zij de wettige voortzetting zijn van de hervormde gemeenten in de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk en dat ze de naam ”hervormd” mogen blijven voeren en de goederen mogen behouden.
Op 25 mei heeft een van de advocaten van de Hersteld Hervormde Kerk in deze bodemprocedure, mr. W. H. van Baren, hoger beroep ingesteld tegen een tussenvonnis van de Utrechtse rechtbank. De rechtbank had daarin uitgesproken dat hersteld hervormde gemeenten zich wel mogen voegen in dit proces, maar geen nieuwe vorderingen op tafel mogen leggen. De rechtbank in Utrecht heeft nu besloten de uitspraak in dat hoger beroep, dat op 23 juni officieel begint bij het gerechtshof in Amsterdam, af te wachten.
Mevrouw Willemze toonde zich vrijdag, op de synodevergadering van de PKN, teleurgesteld over deze „puur procedurele” beslissing. „Wij hebben al eerder aangegeven tegen uitstel van de bodemprocedure te zijn, zoals door de HHK werd gevraagd. Gemeenten zijn namelijk gebaat bij een spoedige uitspraak van de rechter in deze zaak. Bovendien weten wij nog steeds niet wat er nu precies geëist zal gaan worden in dat hoger beroep. Waarschijnlijk zal de rechter donderdag bepalen wanneer die eisen moeten zijn ingediend.”