Olieprijs bereikt nieuw record
De olieprijs heeft vrijdag een nieuw record bereikt.
Op de termijnmarkt in New York noteerde een vat Amerikaanse olie voor levering juli 58,55 dollar. Het vorige record dateert van 4 april. De olieprijs bereikte die dag een hoogtepunt van 58,28 dollar.
De nieuwe recordprijs zat er al een paar dagen aan te komen. Bij de al bestaande prijsopdrijvende factoren kwam bezorgdheid over de situatie in Nigeria, een belangrijke olieproducent. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië sloten om veiligheidsredenen diplomatieke vertegenwoordigingen in het Afrikaanse land.
In een reactie op het nieuws over de nieuwe recordprijs in New York verdampte een deel van de winsten die eerder op de dag waren bereikt. De prijs van Brent-olie uit de Noordzee kwam gisteren dicht bij het record van 4 april (57,65 dollar). De notering van een vat voor levering in augustus steeg op de markt in Londen met 0,86 dollar naar 57,08 dollar.
De prijzen begonnen woensdag flink te stijgen nadat de Amerikaanse regering had bekendgemaakt dat de voorraden ruwe olie in de Verenigde Staten vorige week waren gekrompen. Eerder op die dag had de Organisatie van Olie Exporterende Landen (OPEC) besloten haar officiële productieplafond te verhogen, maar dat had geen prijsdrukkend effect omdat de feitelijke productie al iets boven het nieuwe maximum ligt.
De vrees bestaat dat de prijzen de komende maanden verder zullen stijgen nu met het aanbreken van de zomer de reislust toeneemt, vooral onder de niet al te zuinig rijdende Amerikanen. De vraag naar autobrandstof groeit, maar de raffinagecapaciteit is mogelijk niet toereikend om die te dekken. In de VS is dertig jaar geen nieuwe raffinaderij gebouwd. De bestaande installaties draaien al op 97 procent van hun capaciteit.