Donderdagmiddag kreeg Stichting Pantera het verzoek van burgemeester Robbertsen van Ede om de poema op de Veluwe te vangen. Van der Valk: „Wij werken al jaren met poema’s, hebben specifieke kennis over deze dieren. En onze medewerkers zijn de angst voor deze dieren kwijt en dat heb je nodig.”

Vanochtend vroeg ging het tweetal eerst in gesprek met de gemeente. „We moeten goed doorspreken wat de gemeente van ons verwacht. Daarnaast gaan we het terrein goed verkennen en een stafkaart opstellen. En dan is het wachten op de eerste melding van iemand die de poema signaleert.”

Het tweetal ging vrijdag met een verdovingsgeweer en een vangstok op pad. „Als het dier een aanvalssprong neemt, steken wij de vangstok, een soort vork, onder de keel. Het dier raakt dan in verwarring, voelt dat hij zich gewonnen moet geven aan een meerdere. Dan is het alleen nog een kwestie van schieten met het verdovingsgeweer.” Van der Valk wilde niet ingaan op de vraag of er ook gebruik werd gemaakt van honden die de sporen van poema’s volgen.

Het schieten op de poema moet binnen een straal van 20 meter. „Dat is al een kunst, omdat deze dieren uit angst vaak de benen nemen.”

Van der Valk acht de kans om de poema te vangen niet heel groot. „Een poema kan zich enorm goed verstoppen. Zie hem dan maar te krijgen.”

Angst voor het „vangklusje” kent Van der Valk niet. „Natuurlijk is het geen routinewerk, maar we hebben ook wel eens achter leeuwen aangezeten die ontsnapt waren bij een circus. Ik denk dat ons ritje naar de Ginkelse Heide gevaarlijker is dan het hele vangklusje.”

Het tweetal heeft tot en met dinsdag de tijd om het roofdier te vangen. „Dit is absoluut te kort. We proberen de gemeente over te halen om ons twee extra dagen te geven. De zondag valt ook al af, in verband met de zondagsrust voor reformatorischen. Ik zou zelf liever doorgaan, dat scheelt weer een dag.”