CGB: Pc-school in de fout met moslima
De protestants-christelijke school De Goudse Waarden uit Gouda heeft zich schuldig gemaakt aan godsdienstdiscriminatie door een moslima geen baan aan te bieden als roostermaker.
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) maakte donderdagmorgen de uitspraak bekend in een zaak die was aangespannen door de afgewezen sollicitante I. Dizdarevic-Mujabasic.
De vrouw loopt sinds september mee op de administratieve afdeling van de school. In januari van dit jaar solliciteerde Dizdarevic naar de functie van roostermaker. Tijdens het sollicitatiegesprek vertelde de vrouw dat zij een „niet-praktiserende moslim” is. Ze kreeg te horen dat ze niet in aanmerking kwam voor de functie, omdat de school voor de functie een christelijke identiteitseis stelt. Daarop stapte Dizdarevic naar de commissie. Ze beschuldigde de school van discriminatie op grond van godsdienst.
Volgens de CGB „is de noodzakelijkheid voor het hanteren van deze onderscheidmakende functie-eis niet gebleken. De school kan daarom geen beroep doen op de uitzondering die de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) kent voor identiteitsgebonden instellingen.”
De commissie oordeelt dat het gevoerde beleid van De Goudse Waarden, gericht op het handhaven van zijn identiteit, niet in alle opzichten consequent is. „De school heeft al eerder personen in dienst laten treden die geen christelijke achtergrond hebben, waaronder voor de functie van roostermaker. Door in voorkomende gevallen over te gaan tot benoeming van niet-christelijke personen, heeft deze functie-eis bij de school eerder het kenmerk van een ”voorkeur voor” in plaats van ”voorwaarde tot”. Het vervullen van de functie is daarmee voor De Goudse Waarden belangrijker dan het voldoen aan de levensbeschouwelijke eis.”
Voor de administratieafdeling hanteert de school geen christelijke identiteitseis.
Het argument van de school dat hij eraan hecht dat docenten en leerlingen met levensbeschouwelijke vragen terechtkunnen bij de roostermaker, veegt de CGB van tafel. „Het contact met de roostermaker verloopt meer en meer digitaal en zal dus volstaan met het bekijken van het rooster op de website.”
Plaatsvervangend rector A. A. Korevaar zegt in een eerste reactie dat „het de school nog totaal onbekend is dat er al een uitspraak op tafel ligt.” Hij zegt verrast te zijn om het oordeel van de commissie. „Tijdens de zitting had ik niet de indruk dat het deze kant op zou gaan.”
Korevaar noemt het feit dat de school zich schuldig zou hebben gemaakt aan discriminatie een zorgelijke ontwikkeling. „Blijkbaar heb je in ons land niet meer de vrijheid als christelijke instelling om zelf je benoemingsbeleid vast te stellen.”
Hij is het niet eens met de uitspraak van de commissie dat de school inconsequent is in zijn aanname van nieuw personeel. „We knokken er altijd voor om mensen binnen te krijgen die voldoen aan de eisen, en als dat niet helemaal lukt, kijken we of mensen affiniteit hebben met de grondslag van onze school.”
Bang dat het hek nu van de dam is voor De Goudse Waarden, is Korevaar vooralsnog niet. „Ik heb ons beleid hier zelf ook al aan de orde gesteld en gezegd dat we er zorgvuldiger mee aan de slag moeten. Het valt dus te bezien of het huidige beleid het juiste is. Dat vraagt om een grondige interne bezinning.”