GGN benoemen deputaatschap moderne media
De synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland heeft een deputaatschap moderne media ingesteld. „Moderne media baren ons grote zorgen”, aldus synodevoorzitter ds. J. Roos. De jaarlijkse synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland was woensdag in Barneveld bijeen.
In het deputaatschap moderne media hebben zitting de diakenen G. van Bochove (Opheusden), E. Prosman (Rhenen), L. M. van de Bos (Bruinisse), J. C. Poppe (Terneuzen), A. van Maren (Alblasserdam) en J. van de Kamp (Aalburg).
Ds. Roos wees kerkenraden op hun verantwoordelijkheden om in de gezinnen aandacht aan de gevaren van internet te besteden. „Ook veel van onze gezinnen blijken een aansluiting te hebben op open internet. Vaak blijkt dat als je de gevaren daarvan helder aangeeft, men best bereid is om over te stappen op gefilterd internet.” Gezinnen die geen gehoor geven aan de oproep om open internet de deur uit te doen, worden vermaand.
Moderamenlid ouderling J. A. Don: „Er zijn gevallen waarbij men om redenen van studie of werk niet buiten internet kan. Maar er zijn ook gezinnen die geen internet nodig hebben. Laten die mensen er dan ver vandaan blijven, want ook gefilterd internet heeft gevaren.”
Bij de bespreking van het rapport van de deputaten bij de hoge overheid was er aandacht voor een brief die vorige week is verstuurd naar de RVU educatieve omroep. Daarin spreken deputaten hun ontsteltenis uit over de uitzending van de televisieserie ”God bestaat niet”. In de serie wordt naar het oordeel van de deputaten openlijk ten strijde getrokken tegen het christelijk geloof. „Geloof wordt voorgesteld als iets van geestelijk gestoorde mensen. Een en ander wordt gevisualiseerd met schokkende absurdistische films.”
De uitzending is, zo schrijven deputaten, een educatieve instelling als de RVU onwaardig. „Gods eer wordt door het slijk gehaald en Jezus Christus, Gods Zoon en de Zaligmaker van zondaren, wordt verlaagd tot een voorwerp van laaghartige spot.” In de brief vragen deputaten de omroep met klem van verdere vertoning van deze serie af te zien.
In zijn toelichting op het rapport zei deputaat L. M. P. Scholten dat vrijheid van meningsuiting in Nederland het laatste woord heeft. „Maar tegelijkertijd zijn er de laatste maand stemmen opgegaan om de scholen te verbieden bij het vak biologie nog te leren dat God hemel en aarde in zes dagen geschapen heeft. Evolutie is al verplichte stof. Er moet vrijheid van meningsuiting zijn; maar wie homofiele praktijken in het openbaar gruwelijke zonde noemt, kan wel met de rechter in aanraking komen.”
Scholten wees erop dat de islam evenzeer bespottelijk wordt gemaakt als het christendom. „Maar het is wel opvallend dat er zorgvuldig voor wordt gewaakt om Allah en de persoon van Mohammed te beledigen, terwijl God en Christus bespottelijk worden gemaakt. Daarmee betonen deze tv-makers ook nog lafaards te zijn.”
Ouderling W. Westerbeke (Middelburg) maakte in een persoonlijk schrijven zijn zorg over de jeugd van de gemeenten kenbaar. Hij stelde voor de zielennood van jonge mensen in een afzonderlijke bidstond aan de Heere voor te leggen, „om Hem te smeken om een opwekking, om Hem te vragen om de zaligmakende werking van Zijn Geest niet geheel in te houden.” De vergadering nam het voorstel van enkele afgevaardigden over om de plaatselijke kerkenraden te wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de jeugd.
Bij de rapportage van het deputaatschap psychosociale hulp werd duidelijk dat het aantal hulpvragen „een behoorlijke toename” laat zien. Velen binnen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland maken reeds een aantal jaren gebruik van de hulpverleningsmogelijkheden van stichting De Vluchtheuvel (uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten) en van de interkerkelijke stichting Schuilplaats. Het aantal hulpverleningsuren bij De Vluchtheuvel steeg in het jaar 2004 met bijna 40 procent. Ruim de helft van de hulpvragen hadden betrekking op relatieproblemen, hetzij tussen ouder en kind, hetzij tussen echtelieden onderling. „Deze stijging geldt niet alleen de leden en doopleden van ons kerkverband. Ook binnen de Gereformeerde Gemeenten is deze tendens zichtbaar.”
Het deputaatschap heeft (vooral op de Veluwe) blijvend behoefte aan pleeggezinnen binnen eigen kring. De synode deed een beroep op kerkenraden om aandacht te besteden aan het uitbreiden van het aantal gastgezinnen.
Als leden van het moderamen had de synode in de morgenvergadering aangewezen: als preses ds. J. Roos (Barneveld), als assesoren de predikanten A. Schultink (Bruinisse), ds. A. van Voorden (De Beek-Uddel) en emeritus predikant ds. F. Mallan (Alblasserdam). Ouderling J. A. Don (Veenendaal) werd eerste scriba, ouderling J. Jansen (Bruinisse) tweede scriba/questor.
Ds. T. R. Treur (Chilliwack) bracht namens de kerken in Noord-Amerika de groeten over. Ds. A. Schultink deed verslag van een bezoek aan de gemeente van Pretoria (Zuid-Afrika).
De vergadering was ’s morgens geopend door ds. F. Mallan. Hij sprak over Psalm 116: „Ik heb lief, want de Heere hoort mijn stem.” Ds. Roos mediteerde in zijn slotwoord over Zacharia 8:13b: „Vreest niet, laat uw handen sterk zijn.”