Quotumregeling SoW-kerken gelijk
De drie Samen op Weg-kerken krijgen een uniforme quotumregeling en een Solidariteitskas. Het gaat daarbij om bijdragen van de plaatselijke gemeenten ten behoeve van het bovenplaatselijke kerkelijk werk. De voorgestelde systematiek geeft afstemming tussen de verschillende kerken op het terrein van de betalingen. De triosynode zal zaterdag over een voorstel van deze strekking stemmen.
Tot op dit moment kenden de drie Samen op Weg-kerken verschillende quotumregelingen. De Nederlandse Hervormde Kerk kent een gemeentelijk (kerkvoogdelijk) quotum, een diaconaal quotum, een generale kas en een provinciale bijdrage. De Gereformeerde Kerken in Nederland hebben een quotum algemene kerkelijke arbeid (AKA), een diaconaal quotum en een quotum voor de particuliere synoden. De Lutherse Kerk werkt met een omslagheffing kas algemeen bestuur en een vermogensopbrengstheffing.
Dit alles wordt nu teruggebracht tot een uniforme financieringsregeling. Het is de bedoeling dat elk van de drie Samen op Weg-kerken deze nieuwe regeling overneemt, ook zolang de kerken nog niet gefuseerd zijn.
Volgens de nieuwe regeling betalen plaatselijke gemeenten voortaan jaarlijks drie verplichte bijdragen: een kerkrentmeesterlijk en een diaconaal quotum en een bijdrage aan de Solidariteitskas. De nieuwe quotumregeling zou moeten ingaan op 1 januari 2003. Quotum wordt geheven van gemeenten (kerkrentmeesterlijk en diaconaal) voor het bovenplaatselijke kerkenwerk voorzover de kosten niet uit andere bronnen worden gefinancierd. De kerk besteedt het geld voor kerkelijke activiteiten in de brede zin des woords; zowel een synodesecretaresse als een juridisch medewerk(st)er wordt uit de inkomsten betaald.
Het kerkrentmeesterlijk quotum is gebaseerd op inkomsten uit levend geld, uit onroerend goed en uit overig bezit, met enkele uitzonderingen. Zo wordt geen quotum geheven over de collecteopbrengsten voor bovenplaatselijk werk, over inkomsten van begraafplaatsen en overheidssubsidies. Het diaconaal quotum is gebaseerd op enerzijds ledentallen, anderzijds inkomsten uit levend geld, uit onroerend goed en uit overig bezit, met dezelfde uitzonderingen als bij het kerkrentmeesterlijk quotum.
Nieuw voor de kerken is de zogenaamde Solidariteitskas. Vanaf 1 januari 2003 betaalt een gemeente aan deze kas. Daaruit wordt bijvoorbeeld subsidie gegeven bij noodzakelijke restauratie, maar ook studentenpastoraat wordt eruit betaald. Een gemeente vraagt haar belijdende leden om een bijdrage voor deze kas. De helft van dit bedrag maal het aantal belijdende leden betaalt zij, verplicht, aan de Solidariteitskas. Binnen de Nederlandse Hervormde Kerk is deze kas een voortzetting van de Generale kas.