Gezanten van de zogenoemde Contactgroep, een overlegorgaan over Kosovo waar onder meer de Europese Unie, de Verenigde Staten en Rusland zitting in hebben, stellen dat het lokale bestuur nauwelijks vooruitgang boekt bij het delegeren van bevoegdheden aan lagere overheden en dat de politiek–staatkundige toekomst van Kosovo in gevaar is.

Oppositiepartijen tegen de regering van de Albanees–Kosovaarse president Ibrahim Rugova stellen dat hij Kosovo langs etnische lijnen wil opdelen, waarbij het grootste deel van de provincie aan het Albanese deel van de bevolking toe zou vallen. De Verenigde Staten hebben onlangs gewaarschuwd voor een nieuw conflict op de Balkan als er geen duidelijkheid geschapen wordt over Kosovo.

De Servische provincie staat sinds het einde van de Kosovo–oorlog in 1999 onder bestuur van de Verenigde Naties, maar die hebben zich nog nooit uitgesproken over de toekomstige status van het gebied. Etnisch Albanezen, die de meerderheid van de bevolking vormen, eisen onafhankelijkheid of aansluiting bij Albanië, terwijl Belgrado Kosovo als onlosmakelijk deel van Servië ziet. Volgens de Servische premier Vojislav Kostunica hebben de Verenigde Naties geen oog voor de onderdrukking van de Serviërs door de etnische Albanezen in de provincie. ‘Ze leven als gevangenen en moeten worden bewaakt door NAVO–troepen’, aldus de premier.

VN–secretaris–generaal Kofi Annan heeft de Noorse diplomaat Kai Eide onlangs opdracht gegeven een aanbeveling op te stellen over de toekomst van Kosovo.