Denemarken wil einde aan verbod op walvisjacht
De Deense regering wil zich gaan inzetten voor een einde aan het internationale verbod op de commerciële walvisjacht, dat al twintig jaar van kracht is. Volgens minister van Buitenlandse Zaken Stig Möller is opheffing van het moratorium de enige manier om de eenheid in de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) te bewaren.
De IWC houdt momenteel haar jaarlijkse vergadering in het Zuid–Koreaanse Ulsan. Het officiële gedeelte van de ontmoeting begint volgende week. Noorwegen en Japan zullen daar pleiten voor opheffing van het vangstverbod, dat in de jaren tachtig werd ingevoerd om een aantal bedreigde soorten voor uitsterven te behoeden. Volgens Oslo en Tokio zijn bepaalde soorten, zoals de dwergvinvis, inmiddels zo talrijk dat er best weer commercieel op kan worden gejaagd.
De IWC werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht om de wereldwijde walvisvaart te controleren en coördineren. De organisatie besloot in 1982, toen veel walvissoorten op de rand van uitsterven balanceerden, tot een moratorium, dat in 1986 van kracht werd. Wetenschappers zeggen dat het verbod deels succesvol is geweest. Sommige soorten hebben zich sindsdien langzaam hersteld.
Sinds de jaren negentig jagen de drie grootste tegenstanders van het verbod, IJsland, Noorwegen en Japan, weer op een beperkt aantal soorten, waaronder de dwergvinvis. Zij zeggen dat te doen voor ’wetenschappelijke doeleinden’, en willen hun vangstquota fors uitbreiden. Vooral Australië, Groot–Brittannië, de Verenigde Staten en Nieuw–Zeeland zijn daar fel tegen.