Argentijns Hooggerechtshof verwerpt amnestiewet voor juntaleden
De Argentijnse amnestiewetten voor mensen die wreedheden hebben begaan in de zogenoemde Vuile Oorlog zijn in strijd met de grondwet. Dat heeft het Argentijnse Hooggerechtshof dinsdag bepaald.
De uitspraak van het hof kan leiden tot de heropening van tal van rechtszaken tegen leden en handlangers van de junta die Argentinië van 1976 tot 1983 regeerde. Volgens mensenrechtenorganisaties verdwenen in die periode zo’n dertigduizend mensen, veelal linkse activisten. Op grond van de in 1986 ingestelde amnestiewetten konden militairen en politieagenten die verdacht werden van betrokkenheid bij verdwijningen en martelingen niet worden vervolgd. Dat is nu veranderd.
De mensenrechtengroepen zeggen dat zo’n drieduizend Argentijnse legerofficieren en politieagenten, van wie driehonderd nog in functie, kunnen worden opgeroepen voor verhoor. Tegen zo’n vierhonderd mensen zouden aanklachten kunnen worden ingediend, aldus de rechtengroepen.
De uitspraak van het Hooggerechtshof hield verband met de zaak tegen een voormalige politieagent die ervan wordt verdacht een links echtpaar te hebben laten verdwijnen en hun jonge dochter te hebben opgevoed en behandeld alsof het zijn eigen kind was. Hij hoopte zijn proces ongeldig te laten verklaren op grond van de wetten uit 1986, maar zeven van de negen rechters van het Hooggerechtshof verklaarden de wetten in strijd met de constitutie.