Zorg is geen markt
Zorg is geen markt, stelt dr. R. Seldenrijk
in reactie op uitlatingen in deze krant die het tegendeel zeiden. Wie probeert duidelijk te maken dat zorg geen markt is, mag geen eenzijdigheid in de schoenen worden geschoven door mensen die niet van binnenuit zijn doordrongen van de principes van de zorgethiek. Het gaat allerminst om het sparen van organisaties en beroepsbeoefenaren die hun zaakjes onvoldoende op orde hebben. Met nadruk pleit ik voor goed rentmeesterschap: optimaal gericht op effectiviteit en efficiency. Bedrijfsprocessen moeten bedrijfsmatig worden vormgegeven; daarbij kunnen bedrijfskunde en economie helpen, niet meer.
Een zorgorganisatie is namelijk geen luierfabriek of ander productieapparaat. Het primaire zorgproces is een relationeel gebeuren met en rond de patiënt die zorg en aandacht behoeft. Dat vraagt om een andere waardeoriëntatie dan waaraan economie en markt ons kunnen helpen. De patiënt is geen handelswaar, een zorgverlener geen koopman en een zorgorganisatie geen marktkraam of fabriekshal.
De grondhouding onder alle veranderingen in de gezondheidszorg komt niet uit het patiëntenperspectief. Toch zijn gezondheidszorg en collectieve zorgverzekeringen opgezet omwille en in het belang van die patiënten. Het achterliggende denken in de plannen (voorbereid door paars) is goeddeels vervreemd van de patiënt. De minister meent dat we ons als patiënt goed kunnen verzekeren, maar dit is een enorme denkfout. Niemand weet welke ziekten en ongelukken hem te wachten staan: ze zijn onvoorspelbaar en goeddeels buiten onze schuld.
In het nieuwe zorgstelsel staat marktwerking centraal. Dat slaat nergens op, aldus de Groningse hoogleraar Van der Meer (huisartsengeneeskunde) in deze krant. Wat je als arts met de patiënt bespreekt, is geen product dat je koopt of verkoopt. De arts als ondernemer zou zijn winkel overeind willen houden en de patiënt zo lang mogelijk binden. Er is geen dokter of ziekenhuis die dát wil! De wijkverpleegkundige is al verdwenen en met het huidige beleid verdwijnt ook de huisarts. Is de patiënt daarmee gediend?
Topman Hans Kennedie (hotelketen Golden Tulip) adviseerde onlangs het kabinet voor verpleeghuizen een sterrensysteem in te voeren. Transparatie is een wondermiddel in het huidige beleid. Hoe doorzichtiger de markt, hoe groter de macht van de consument. Maar de gemiddelde consument is helemaal niet in staat de kwaliteit van zorgorganisaties te beoordelen. Hij is noodgedwongen aangewezen op zorg en aandacht en maakt daar gebruik van maaltijden. Maar dat is toch niet te vergelijken met een diner in een hotel naar keuze?
Geld is op zichzelf ethisch onverschillig, maar het is ethisch relevant hoe we ermee omgaan. De toenemende secularisatie van de materialistische westerse samenleving doet inmiddels het morele houvast van overheid en burgers afnemen.
Met geld is niet alles tekoop. Het gezegde klopt dat geld stom is, maar op het vervolg ervan -dat het recht maakt wat krom is- valt wel wat af te dingen. In het dagelijks leven van de Oudheid was Mercurius zowel de god van de handel als die van de dieven. Het in herinnering houden van het oude randschrift op onze munten ”God zij met ons” is derhalve nog niet zo slecht als oriëntatiepunt en devies voor onze handel en wandel.
Geld was en is een machtig middel: je kunt er van alles mee kopen, met liefde als belangrijkste uitzondering. De werken van barmhartigheid zijn daarvan de praktische vormgeving en bepalend in het laatste oordeel (Matthéüs 25). En die worden gepraktiseerd in onze (georganiseerde) zorg en aandacht. Zorg is dus meer dan service, dan dienstverlening binnen economische wetmatigheden. Natuurlijk moeten bewindslieden en volksvertegenwoordigers ruggengraat hebben. Maar juist voor -wat wij noemen- sterke persoonlijkheden is het gewetensoordeel extra belangrijk. O wee als dat seculier wordt gevoed: wreed is de barmhartigheid van godlozen (Spreuken 12:10).
Zorg wordt nooit een markt. In de zorgethiek gaat het om de onvoorwaardelijke bereidheid gevoelsmatig en ondersteunend te reageren op de situatie van kwetsbare en hulpbehoevende medemensen. Het gaat om zorg die uitdrukking geeft aan onze verbondenheid met het welzijn van anderen, aan onze bereidheid ons te identificeren met hun pijn en lijden en aan ons verlangen te doen wat mogelijk verlichting kan geven aan hun situatie. Dan staan niet economische, maar morele en relationele motieven centraal. Kunnen patiënten voor de marktideologie zijn?
De auteur is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging.