Saddam ondervraagd over bloedbad in Dujail
Het tribunaal dat leden van de verdreven dictatuur in Irak berecht, heeft nieuwe beelden vrijgegeven van een verhoor van ex-president Saddam Hussein. Volgens de media die de beelden hebben uitgezonden, gaat de ondervraging over het bloedbad dat het voormalige Iraakse regime in 1982 aanrichtte in het sjiitische dorp Dujail. De rechtbank heeft bevestigd dat Saddam over de gebeurtenissen in Dujail is verhoord.
Op de opnamen, die zonder geluid openbaar zijn gemaakt, is te zien hoe Saddam vragen beantwoordt van onderzoeksrechter Al-Juhi. De ex-president draagt een zwart colbertje en een overhemd zonder stropdas.
In de zaak-Dujail zou Saddam Hussein worden aangeklaagd voor misdaden tegen de menselijkheid. In het dorp, circa 60 kilometer ten noorden van de hoofdstad Bagdad, liet het Iraakse regime in juli 1982 duizenden mannen executeren bij wijze van wraak op een mislukte moordaanslag op Saddam. De Iraakse luchtmacht bombardeerde Dujail en vrouwen en kinderen werden gedeporteerd naar een kamp waar velen door mishandeling, honger en dorst omkwamen.
Volgens waarnemers zou er rond de zaak-Dujail mogelijk een proefproces worden georganiseerd tegen Saddam. Zijn persoonlijke betrokkenheid bij de misdaden in het dorp zou gemakkelijker zijn te bewijzen dan in andere zaken waar hij voor terecht zou kunnen staan.
Het is overigens nog niet bekend wanneer de rechtszaak tegen Saddam begint. Hij is de belangrijkste van twaalf verdachten die voor het speciale tribunaal moeten gaan verschijnen. De Iraakse regering liet onlangs weten dat er mogelijk binnen twee maanden een proces begint, maar het tribunaal heeft daarover geen mededelingen gedaan.
Saddams advocaten hebben recent geklaagd dat zij tot nu toe slechts twee keer met hun cliënt hebben mogen spreken en ook nog geen documenten hebben ontvangen over de aanklachten tegen hem.
Een van de advocaten zei maandag in een interview met de Zweedse televisiezender SVT dat het proces tegen Saddam om veiligheidsredenen buiten Irak zou moeten worden gehouden. Raadsman Giovanni di Stefano noemde als geschikte plaatsen voor een rechtszaak Zweden, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland.
Intussen beleefde Irak maandag opnieuw een dag van bloedige aanslagen. In de plaats Khan Bani Saad, ten noorden van Bagdad, kwamen zeker vier politieagenten om het leven bij een dubbele aanslag. Ook in Samarra overleden in totaal acht militairen bij verscheidene incidenten. Verder waren er in Bagdad en Tikrit doden te betreuren. Sinds het aantreden van de sjiitische premier Al-Jaafari is het aantal aanslagen flink toegenomen. De afgelopen zes weken zijn al 900 mensen omgekomen.
In Bagdad werden ook nog zes lichamen gevonden. Het gaat waarschijnlijk om Irakezen die voor het nieuwe regime werkten. De slachtoffers waren voor hun executie gemarteld. Enkele dagen geleden vond de politie ten zuidoosten van de hoofdstad ook al twintig lichamen met sporen van marteling.
Een hoge Amerikaanse diplomaat, wiens identiteit niet bekend is gemaakt, heeft maandag een zelfmoordaanslag overleefd toen hij in een konvooi door Bagdad reed. Dat meldden bronnen bij de Iraakse politie, maar de Amerikaanse ambassade heeft de berichten niet bevestigd.
Uit een peiling van een Amerikaans onderzoeksbureau blijkt dat zes op de tien Amerikanen intussen vindt dat de regering de tienduizenden militairen in ieder geval gedeeltelijk uit Irak moet terugtrekken. Dat is het hoogste aantal sinds de Amerikaanse inval in Irak in 2003, zo meldde het blad USA Today.